vrijdag 15 augustus 2008

Moederdag




Ruim vier jaar geleden hebben mijn zus en ik besloten om onze moeder in het rusthuis te laten opnemen. Zij was toen achter in de zeventig. Vader was het jaar voordien overleden door Parkinson. Hij had een lijdensweg achter de rug maar droeg zijn leed met veel moed en zonder klagen. Gelijktijdig was moeder op de sukkel geraakt en dat was een erg moeilijke tijd voor ieder van ons. Ziekenhuizen en dokters werden druk bezocht en betaald. Nergens was er een sprankel hoop op beterschap. Oud worden en sterven is ook leven.
Heupbreuken en hersenbloedingen bij moeder waren van die aard dat de afhankelijkheid van derden onontkoombaar was.

Tot op vandaag laat moeder blijken dat ze naar huis wil. Haar vasculaire dementie heeft tot nu toe een heel eigenaardig verloop gekend.
Bepaalde dingen weet ze nog erg goed, maar haar geheugen laat haar onvoorspelbaar in de steek. Het korte termijn geheugen functioneert helemaal niet meer en herinneringen van vroeger zijn volledig verstoord.
Eigenlijk is zij een kind geworden dat voortdurend begint te wenen als zij haar zin niet krijgt. Ze wordt driftig als haar dingen geweigerd worden.
Door haar luid roepen en wenen stoort zij de medebewoners de ganse dag en een groot deel van de nacht. De tolerantie jegens haar is begrijpelijk verminderd.
Van die vier jaren in het home is zij geen dag nog gelukkig geweest.

Elke dag als ik binnen kom zijn haar eerste woorden: ‘Doe mij naar huis of ik verdoe mezelf’.
Dat dreigement nemen wij niet ernstig maar het moeten aanhoren maakt ons verdrietig.
Soms zou ik de klok willen terugdraaien en over een tijdmachine willen beschikken
Maar … mijn verstand zegt dat ik moet ophouden met piekeren.

Toch kan ik mijn denken niet tot bedaren brengen als ik veronderstellingen ga maken.
Stel dat ik op een dag wakker word en dat ik mij niet meer in mijn vertrouwde omgeving bevind?
Stel dat mijn persoonlijke computer te koop wordt aangeboden ?
Stel dat mijn fototoestel een nieuwe eigenaar zou krijgen ?
Stel dat in mijn huis iemand zou wonen die ik niet ken ?
Stel dat ik op enkele vierkante meter zou moeten functioneren ?
Stel dat mijn toilet zo maar open kan gedaan worden zonder enige vorm van privacy?
Stel dat ik ’s morgens niet meer zelf kan bepalen welke kleding ik ga aandoen ?

Dan word ik stil. Dan breekt er iets.
Ik weet dat er zoiets bestaat als loslaten.
Maar los ‘moeten’ laten is een wrede gewaarwording.
Een ziekte kondigt zich meestal niet aan … het overkomt je zo ineens.

Zonnige gedachten heb ik vandaag niet.
Soms wil ik zo graag dat … en dan verwens ik mezelf …
Moet ik die gedachten ook niet loslaten?
Moeder heeft een palliatief dossier.
Daarover beslisten mijn zus en ik.
Voor haar een deadline … voor ons een doemscenario.
Laat me los zeg ik je .

donderdag 14 augustus 2008

Ik ga abstract




Omdat het schrijfkomkommertijd is duikel ik geregeld in mijn vaktijdschriften.
Abstract fotograferen en schilderen is een boeiend en actief bezig zijn met gevoelens.
Alles is beweging.
Alles is chi.

Als ik abstract ga schilderen ben ik bezig met lijnen, vormen, kleuren, textuur, toon, ritme, harmonie, eenheid, dynamiek etc.
Kortom ik speel in alle vrijheid met die elementen waar elk beeld uit bestaat.
Deze beeldelementen zijn als het ware de ingrediënten waarmee we een schilderij opbouwen.
Met behulp van de primaire beeldelementen: lijn, vorm, kleur, toon, formaat en textuur, komt er een bepaalde compositie tevoorschijn.
De manier waarop wij dat doen bepaalt of wij in staat zijn de secundaire beeldelementen: dynamiek, ritme, balans, harmonie, variatie, dominantie, contrast, dimensie en ruimte in ons werk tot stand kunnen brengen.
Het zijn al deze elementen samen die de uitstraling en zeggingskracht van ons werk bepalen.
Bron: Palet : tijdschrift Kunst-Kijken-Doen

vrijdag 8 augustus 2008

De overlevingstocht


Al een drietal jaren in de schoolvakanties is het onze sportieve gewoonte, om met onze vier kleinkinderen, een wandeltocht van twaalf kilometer te ondernemen in het bos hier voor de deur. Als de zon hoogzomert gedurende enkele dagen houdt niets deze ambitie tegen. Eergisteren was het dus zover.

Overleven is natuurlijk niet zo letterlijk te interpreteren. Alhoewel …
Drank, broodjes met en zonder choco, snoepjes en koeken worden ’s morgens netjes in een rugzak gestopt. Ieder heeft verantwoordelijkheid te nemen voor orde en hoeveelheid .
Zeg maar baas in eigen zak!
Graaien in de snoepdoos blijft toch de favorietenrol opeisen ondanks goed bedoelde voedseltips. Geeft waarschijnlijk ook de grootste kans op overleven tijdens de lange tocht.

Wanneer we rond elf uur met onze hakken over de sloot de overkant van de beek bereiken is het enthousiasme van het viertal nauwelijks te temperen. Het bos vlak voor de deur herbergt een prachtig uitgestippelde wandeling in een groot staatsdomein. Veel wandelaars zie je er meestal niet en daarom ben ik er juist heel graag.

De plassen en poelen zijn meteen het doelwit van een paar dolle en losgelaten jonge veulens.
De twee meisjes munten vooral uit in het negeren van vermaningen. Luidkeels en zonder schroom laten zij horen wie het modderdansen een warm hart toedraagt. De opspattende spetters belanden op hun hoofd en haar. Schoondochters moesten het zien …
Gelukkig zijn wij in een ver verleden ook jong geweest en ligt onze tolerantiedrempel ietwat redelijk en nog net binnen de perken. De wasmachine zal straks overuren moeten kloppen, want het logeren bij ons stopt pas op vrijdagavond.

Siebe houdt angstig zijn pet op, want hij is als de dood voor teken en de ziekte van Lyme.
Op televisie heeft men richtlijnen gegeven voor noodgevallen en hij is nu in de waan dat hij een noodgeval gaat zijn deze avond.
Als ik fotografeer is hij er als de kippen bij om een gekke snoet op te zetten en de zoveelste foto om zeep te helpen. Hij heeft ook nog een vriendinnetje mee gevraagd om te wandelen. Zij houdt zich stilletjes en wat afzijdig. Ze moet toch even wennen aan onze belhamels in de modder.

Vroeger wandelde ik zonder angst met een klas van 35 leerlingen door de dorpskern, maar met deze vijf is discipline ver te zoeken.
Gezag moet je verdienen stond in mijn didactische bijbel.
Ik word oud peins ik in de grootste stilte.

Gelukkig ben ik de voorzienigheid zelve, als de jongste plotseling een onoverwinnelijke drang voelt om zich achter een dikke eik een natuurlijke behoefte te laten ontglippen. De grote rol toiletpapier komt goed van pas.

Als de eerste bank in het vizier komt begint een lekkere honger zich te manifesteren en plannen we onze eerste rustpauze. Diverse broodjes, half platgedrukt door veel te zware flesjes drank, zijn in een mum van tijd doorgespoeld met prikwater.
Alhoewel de koekjes en snoepjes, zoals steeds de meeste aandacht krijgen natuurlijk.

Tegelijk met het wandelen proberen wij toch wat aan natuureducatie te doen. Paddenstoelen staan her en der al in rood-wit tenue te wachten op de nadering van een koeler seizoen. Eikels liggen al op de grond en voorspellen het naderende einde van de zomer.
Bessen zijn in volle rijping en zo goed als oogstbaar.
Mooie kringloop hebben die seizoenen toch. Yin en Yang.

Rond half vijf hebben wij de tocht overleefd; zij het met pijnlijke kuiten en een arsenaal aan modder en paardenvla aan de zool.
De tuinslang spuit op volle kracht benen en voeten slijkvrij.
Schoenen en sportuitrusting moeten het bad in, vooraleer het wassen en drogen kan beginnen.
Gelukkig dat hun ouders dit niet zien …

Na afloop van het wasprogramma bereiden we voor de kinderen de steeds weerkerende klassieker ‘peejkesstoemp’ met kipfilet.
Afwassen en opruimen is er net iets teveel aan.
Het jeugdig geweld nestelt zich behaaglijk achter onze computers terwijl wij alleen maar verlangen naar wat stilte.
Na één uur kan de nacht beginnen met het uitdelen van onze broodnodige rust.

Jong zijn heeft zo zijn voordelen.
Over leven gesproken.
Lang leve de gesneuvelden … van de overlevingstocht.

zondag 3 augustus 2008

De wisselbeker


Een hartsgrondige hekel heb ik aan dingen en personen die niet ‘echt’ zijn.
Maar als twee van de kleinkinderen meedingen naar een wisselbeker in een burenplaybackshow dan moet ik al mijn moed bijeenrapen om ‘ja ik kom’ te zeggen.
Mijn lieverds zie ik erg graag, maar deze discipline van cultuur kan niet rekenen op mijn dynamische uitbundigheid.

Bram oppassen is voor mijn echtgenoot een snelle uitvlucht die niet erg solvabel is. Maar het lukt hem nog ook.
Bommie kon deze namiddag met de tientallen andere toeschouwers haar hart ophalen in een grote circustent. Met de twee andere kleinkinderen zit ik daar op een plastic stoel tussen veelal vreemden, die tussen pot en pint, buren-team-building toepassen. Ik, als buitendorpse zit daar wat verveeld op mijn stoel heen en weer te schuifelen. Gelukkig was de laatste rij nog leeg. Kan ik lekker wegkruipen achter ruggen en steunbalken als de zichtbare nonchalance op mijn gezicht af te lezen valt.

Het onzuivere geluid van de boxen veroorzaakt pijn in mijn rechteroor.. Pijnlijke grimassen vallen hier zelfs niet op. Mijn kleinzoon, die met mij als toeschouwer hier is kruipt tegen mij aan. Van hem weet ik dat hij een karaktertje kweekt sterk gelijkend op het mijne.
Toezien wat er gebeurt en afwezig aan de kant staan kijken tot het ‘zien’ ondraaglijk wordt.

De jongste kleindochter baant zich een weg naar de eerste rij, want zij wil van het spektakel geen noot missen. Ik gun haar het plezier. Geboeid kijkt ze naar de lampen en geluidsboxen.

Consumpties dienen aangekocht te worden met bonnetjes aan het tafeltje vooraan. Drank, pannenkoeken en frietjes met vette sausjes gaan vlot over de toonbank. Een bonte kermis is het van ongezond en cholesterolrijk, maar tevens buikvullend voedsel. Vandaag mag alles.

Wanneer het drie uur is komt een plaatselijke schone melden, dat de wedstrijd voor het verdienen van de wisselbeker nu van start kan gaan.
Een geïmproviseerd toneelgordijn begint spanning te vertonen als enkele kinderhandjes hun nieuwsgierigheid niet meer de baas kunnen.
Op de muziek van een schreeuwerig multi-mega-mooi deuntje zie ik mijn kleindochter het podium ophuppelen. Dat ze lenig is dankt ze aan haar turnopleiding. Dansen doet ze graag en het lukt haar nog aardig. Dat kan ik heus wel smaken. Sensuele bewegingen en heupwiegen verraden een naderende puberteit.
Maar zingen doet ze al lippend, omdat er een prijs kan verdiend worden voor zingen zonder klank; zeg maar Playback.
Onder luide aanmoedigingen met klaphanden en stampvoeten wordt het lippend zingen in extase beleefd.

Onbegrijpelijk stompzinnig als cultuurevenement.
Onbegrijpelijk interessant als neutrale toeschouwer aan de zijlijn.
Onbegrijpelijk genot voor het bijeen gekomen burenpubliek.
Eendracht maakt macht.

Als ik in mijn beroepsloopbaan de IQ-testen moest afnemen en bespreken in een multidisciplinair team wist ik dat er tussen een 80 en een 150 een scala aan intellectuele verschillen zaten. Ik had een vrij goed zicht op capaciteiten die op deze schaal zichtbaar werden. Maar het kaderen van een Playbackgenie … neen dat is nieuw voor mij.

Er komt bij mij lichte verveling opzetten na het vijfde kopietje van het eerste liedje.
‘Like a virgin’, weer al lippend, wordt met groot applaus onthaald.
Lipvariaties blijken dus toch nog te bestaan.

Hardrock is vervolgens aan de beurt en de acterende kleinzoon komt met zichtbare tegenzin en nonchalance het podium opgestapt. Gelukkig werd hem een bijrol toebedeeld, want hij is niet zo’n denderend showbeest. Hij verkiest een goal en een voetbal.
Maar hij wil zijn zus de loef afsteken , want zij is van een podiumplaats zo goed als zeker.
Deze underdog ga ik straks steunen als er een publieksstemming zal gebeuren.
Spijtig dat de hardrock-CD tot viermaal toe stilvalt en dat de monden hallucinerend, doelloos kijkend naar de installatie, blijven open staan. Verder zingen zonder muziek kan niet want het is lipwedstrijd. Dat zijn momenten waarop dit cursiefje in mijn hoofd verwekt werd.

Na mijn zesde, bruisende Spa is de wisselbekerwedstrijd eindelijk voorbij.
Het spel is gespeeld en gelipt.
De ondraaglijke lichtheid van het bestaan is een feit.
Mijn lip vertoont sporen van ongenoegen.
Knarsen der tanden is een juistere benaming.

Mijn kleinzoon, de hardrocker kaapt de eerste prijs weg.
Met zichtbare frustratie wenst zijn zus hem proficiat.
Ik druk een vluchtige kus op zijn wang als teken van erkenning.

De wisselbeker PlayBack blijft in de familie..
Tot volgend jaar.
Ondraaglijk licht.
Laat deze beker aan mij voorbij gaan.
Een fikse regenbui bezegelt het verdict.
Komkommertijd bij de buren.

woensdag 30 juli 2008

Ik heb ze nog allemaal op een rijtje ...




Mijn Body Mass Index gaat volgens mij stilaan naar zijn verzadigingspunt toe. Ja, het zomers ijsje eten eist nu eenmaal zijn tol. Niet dat ik er dagelijks aan denk, maar overdaad moet aangepakt worden in de kern.

Na wat rekenwerk besef ik dat het winkelen van morgen weer in het teken zal staan van de weegschaal en de reclame.
De dokter had vorige maand ook al een te hoge cholesterolwaarde gemeten in mijn bloed. Ik ben zowaar aan het dichtslibben. En mijn nieuwe jeans oogt trouwens beter als die bips binnen toelaatbare contouren kan blijven.
Wat houdt mij tegen om aan het diëten te slaan?

Zal ik de reclame op TV vandaag eens extra in de gaten houden? Die knappe presentatrices vertellen met graagte in het publiek het groot geheim van hun slanke lijn. Zij werpen wulpse blikken naar elke man die in hun buurt komt.
En die wordt natuurlijk smoor op al wat naar perfectie neigt.

Het moet een haalbare kaart zijn als je maar de juiste dingen koopt, denk ik .

Recente wetenschappelijke onderzoeken wezen telkens de zoetvervangers met de vinger als mogelijk kankerverwekkend.
Maar altijd was een tegenonderzoek in de maak om dat te weerleggen.
Ik denk er het mijne over en ik ga alleen nog voor de perfectie zoals op TV.

Ook mijn aders ga ik een smeerbeurt geven met omega 3; kwestie van de doorgang vrij te houden. Mijn hart verdient slagkracht. Onverzadigde en verzadigde vetzuren bieden hun diensten aan maar hoe raak je wijs uit hun formules als je geen chemicus bent.
Hoe vettiger hoe prettiger was vroeger een leuke slogan, tegenwoordig is al dat vet taboe.

Nochtans weet elke geneesheer te vertellen dat mensen juist vet nodig hebben om het lichaam optimaal te laten functioneren. Maar is de slanke lijn daarmee wel akkoord?

Als ik de winkel binnenkom moet ik, met boodschappenlijstje gewapend, een keuze maken uit duizenden producten die allemaal de gezondheid laten primeren. Maar is de controle daarop wel goed uitgevoerd? Ik kies voor de perfectie. So what ?

Vandaag ga ik voor de Light versies. De keuze in deze is overweldigend. Aspartaam kruipt ongezien en ongewild mee in de kar. Dranken, yoghurt, margarines, snoepjes en koekjes met weinig calorieën vullen mijn boodschappenwagen.
Ik laat doemdenken over de kankerwedloop mijn dag niet verpesten, want ik werk aan mijn BMI. Dus ik spaar mijn aders. Ik ben een fervente gezondheidsfreak.
Dalende koopkracht is hier in de verste verte niet te bespeuren. Volladen en Visakaart is een weloverwogen keuze.

Wetenschappers zijn jullie in een chronische slaap gewiegd misschien?
Waar is jullie stem ?
Verantwoordelijkheidsgevoel is net een besmettelijke ziekte geworden in onze Westerse wereld.
Hoe lang worden wij nog doodgeknuffeld in Lightland?
Waanzinnige gezondheidsrages brengen veel geld in het laatje van gewetenloze sjacheraars.
Opboksen tegen deze machtige fabrikanten is een vooraf verloren strijd geworden.
Een gezondheidsbeleid is ondergeschikt geworden aan economische belangen.
So what?

Maar zelfs ik kan de logica best volgen. Voor beleidsmensen telt alleen maar macht en geld tot meerdere eer en glorie van zichzelf.
Om een begroting in evenwicht te kunnen afleveren is vijf minuten politieke moed nodig en goed bestuur.

Help me denken ...
Om de vergrijzing betaalbaar te houden zou ik zorgen voor een drastische lastenvermindering voor de bedrijven die Lightproducten in hun arsenaal hebben. Door het veelvuldig gebruik van deze producten kunnen we de geschatte leeftijd van overlijden drastisch naar omlaag krijgen. Pensioenfonds ziet deze evolutie met gerust hart tegemoet.

Voor de rokers zou ik afzondering in asielen en gesloten centra blijvend maken.
Deze mensen roken de boel zelf wel uit en aan hun pensioen geraken ze toch nooit. Torenhoge taksen blijven zij verschuldigd aan de staat tot de dood hen smoort.
Het zilverfonds kan deze aanpak alleen maar toejuichen.

Alle gekheid op een stokje … onze gezondheid is in zijn eigen bedje ziek. Alleen is de commercie telkens een stapje voor in het beliegen en bedriegen van de brave comsument.

In mijn jeugd ging ik vaak logeren bij mijn grootmoeder en grootvader.
Zij kweekten zelf groenten en verse soep werd in een grote pot klaargemaakt.
Soms gebeurde het dat er wat schimmel op de soep tevoorschijn kwam op vrijdag.
Mijn lip pruilde zowaar bij het zien van dit verschijnsel.
Mijn grootmoeder zei dan : ‘Uit schimmel maken ze penicilline; dus die soep is heel gezond.
Bedenkelijk at ik mijn beschimmelde soep met lange tanden op.

Maar mijn BMI stond toen perfect.
Toch zijn mijn aders toen misschien al beginnen dichtslibben.
So what?

zondag 20 juli 2008

Boxspring


Al maanden hadden wij het voornemen om onze slaapkamer eens wat te upgraden met een nieuwe matras. De reclame houdt ons voor dat na tien jaar deze zeker aan vervanging toe is.
Die van ons is dus al ver over zijn houdbaarheidsdatum. En de stille vrees groeide dat deze toestand wel eens invloed zou kunnen hebben op libido en andere nuttigheden.
Actieplan matras kiezen nam een aanvang.
Op internet had ik al menig site bezocht in de hoop het kaf van het koren te kunnen onderscheiden. Gewapend met kennis van zaken en andere bedgeheimen togen mijn man en ik eergisteren naar winkel X.

De dame van het huis leidde ons rond tussen matrassen en boxsprings. Dat is tegenwoordig een modewoord in de slaapkunst. Boxspringen is ‘in’. Gewone ledikanten zijn ‘out’. Maar hoe moet je tussen al dat slaapgeweld de juiste diagnose van je rugklachten vellen. Ik kreeg prompt van de dame een holle rug aangesmeerd. En zij kan het weten want zij is gespecialiseerd in holle en bolle ruggen.
De pocketveren en koudschuim maakten ons nog meer onzeker in het maken van keuzes.

Toen de dame merkte dat mijn man en ik elkaar twijfelende blikken toewierpen kwam plan B op de proppen. In het midden van de winkel stond een grote afgesloten cabine met geblindeerde ramen opgesteld.
Een groot bed lonkte naar ons en bovenaan deed een immense sterrenhemel een romantisch avontuurtje vermoeden. Geen mens kan aan zoveel verleiding weerstaan.

De dame maande ons aan om een kwartier een reis te maken op deze matras die ontworpen was door de Nasa. Naast elkaar liggend, schoenloos, moesten wij ons overgeven aan een technisch hoogstandje van jewelste. Een lage stem uit een elektrisch toestel begon op ons in te praten. Ondertussen werden we zachtjes in slaap gewiegd met opwaartse en neerwaartse bewegingen. Zo’n standjes hoeven niet meer op onze leeftijd dacht ik half induttend en dat met mijn holle rug. Hypnose is niet eens zo moeilijk als je de knepen door hebt. Mijn man heeft ooit een opleiding gevolgd in deze branche en daardoor lag hij te schokschouderen van het lachen. Weg romantiek ! Na vijf minuten hield hij het voor bekeken. Ruw werd ik wakker gekust. De prins op de boxspring bestaat niet eens.

Na het fatsoeneren van kleding en kapsel togen wij uit de cabine en landden weer op aarde .
De dame stond ons al nieuwsgierig op te wachten met orderboekje en een tasje expresso.
En ?
Neen … toch maar niet stamelde ik.
Mijn holle rug heeft andere wensen.

Gisteren was winkel X’ en X’’ aan de beurt.
In de laatste winkel kochten wij een boxspring.
Mee met de mode.
Eerlijke mensen met veel inzicht op de slaapkunst en andere kunsten hebben ons over de streep getrokken. Mijn prins zal er wel bij varen.
Slaapwel.

vrijdag 18 juli 2008

Stenen Boekerij


Foto is genomen van de 'Stenen Boekerij' van Lieve Schols
Gedicht van Herman J. Claeys kreeg ik van de beeldhouwster bij deze gebeeldhouwde boeken.

Geslepen Lectuur

Een uitgelezen keur
van niet te lezen boeken,
gebeiteld schutblad,
geslepen band,
ondoorbladerde snee

De verhalen die zij bevatten,
zijn het oude verhalen
van water en aarde,
van wind en dieren,
van vuur en goden en mensen ?

Zij liggen voor eeuwig besloten
in de verboden boeken
van een boekerij
met een hart van steen

Hun inhoud
vormt een onwrikbaar geheim
dat niemand ooit
aan hun schepper
ontfutselen zal.

zaterdag 12 juli 2008

Softfocus-effect




De kwakkelende zomer is alweer bijna een maand over zijn hoogtepunt heen, zonder dat hij hier in het noorden wat van zijn warmte heeft verkwanseld. De opwarming van de aarde zit blijkbaar op een danig verkeerd spoor. Wil je geloven dat ik nu twijfel of zomer een ‘hij’ of een ‘zij’ is. Misschien is onzijdigheid wel een optie. Frigiditeit kan voor mijn part gerust twee kanten op.

Op onze tuintafel vol regendruppels zet ik vandaag de zomer serieus voor schut door zelf de bloemetjes dan maar buiten te zetten. Het oogt werkelijk verrukkelijk als ik de zonnige foto met soft focus even later uit mijn fotoshop tevoorschijn laat komen.
De doorns van de rozen houden hun prikgedrag knap binnen de perken.
De donkerrode kleuren zijn zo warm en diep als een hermelijnen toga van een advocaat.
De doordringende geur kan ik me echt wel inbeelden als ik naar de foto kijk.
Niets is wat het lijkt.
Ik voel me opgelucht als ik de realiteit wat kan opvrolijken en omfloersen met softfocus.

Bedrog en waarheid zijn elkaars gelijken in de strijd om de ‘kijkcijfers’.
Veilige bufferzone incalculeren lijkt mij het veiligst.

zaterdag 5 juli 2008

Pater Damiaan

Eigenlijk heb ik er niks op tegen dat iemand, die in zijn of haar leven heel veel goeds gedaan heeft, in aanmerking komt voor de trofee van beste Belg. Met zijn baanbrekend werk voor lepra heeft hij zeker iets betekend voor de uitgestotenen van Molokaï.
En laat het voorbeeld van Damiaan ons aansporen om het nodige mededogen aan de dag te leggen tegenover zieken en gehandicapten en andere minderheidsgroepen.
Tot daar mijn pro-pater-schap. En mijn grote bewondering gaat gemeend naar iemand als hij.

Maar als die hype plots weer gaat escaleren in zaligmaking en heiligverklaring dan huiver ik.
De wonderen zijn de wereld nog niet uit of de mirakels zijn al in aantocht.
Ik verwed er mijn grote teen op, dat er iemand wonderlijk gaat genezen van lepra, binnen afzienbare tijd ergens op het eiland Molokaï.

Ik zou echt wel weten waar ik mijn mirakels moest kwijtraken.
Waarom niet ergens een kind genoeg te eten geven in Darfour bijvoorbeeld? Moet toch poepsimpel zijn voor de Wonderdokter?
Maar ja … daar heeft men te weinig zendtijd op televisie zeker? En olie zit daar evenmin in de bodem.

Ik begrijp niet dat een paus en een kardinaal zo in extase verzeilen bij het bestuderen van het altruïsme van Damiaan. Ik weet zo goed als zeker dat de echte Damiaan met heel die heisa eens goed zou lachen.
Maar de Kerk heeft weer helden nodig om de kerken vol te krijgen.
Helden die aanspreken.
Helden die mondiaal goed in de markt liggen.
En waar heiligheid gewaand wordt is de commercie verdomd dichtbij.
Wie gaat er voor de primeur zorgen ? CNN is stand-by.
En het bronwater van Lourdes is zo goed als uitgeput.
Water wordt schaars.

Wie weet wat lepra te bieden heeft?
Heilige huidcrèmes die onze rimpels kunnen gladstrijken?
Een gat in de markt.

Ik heb het eerder lastig om een gradatie in altruïsme vast te vaststellen.
Wanneer begint de onbaatzuchtigheid en wanneer ontstaat het verkapt egoïsme?
Je kan je erg goed voelen in de rol van onbaatzuchtigheid, maar tevens een rijkelijk feestmaal ambiëren in de zevende hemel. Wie kan dat zien?

Een blik in de spiegel doet mij wegdromen naar een eiland met crèmes tegen veroudering.
Het mag me geld kosten deze keer.

donderdag 3 juli 2008

De mens is slecht



Een eenvoudige witte bloem voor het kindje van twee ...


Op het nieuws hoor ik dat Ingrid Betancourt is vrijgelaten. Ik ben blij voor haar en haar familie. Na zes jaren ballingschap proeft ze opnieuw van haar vrijheid.
Vijf minuten later verneem ik dat een kind van twee in Ravels is overleden na zware mishandelingen door de ‘pluspapa’. Een drugsverslaving zal hem zeker strafvermindering bezorgen. Nog een geluk voor het kind ! De moeder wordt niet beschuldigd omdat zij vaak een oog dichtkneep. Ik hoop maar dat ze nu niet blind wordt.

Stiefpapa bestaat niet meer en kreeg vorige week een naam met meer pit … de pluspapa.
Eén of andere stumperd, die niets anders te doen heeft dan nieuwe woorden verzinnen kreeg daarvoor een pluim.
Die eer hadden ze mij ook wel kunnen geven denk ik, want ik verzin om de haverklap nieuwe woorden. Mijn man noteert die altijd al lachend in zijn rood boekje. Taalpuriteinen hebben een vette kluif aan mij.

Ik word misselijk als ik het zoveelste slecht nieuws moet verteren.
Wat bezielt een bende gewapende nietsnutten om een dynamische vrouw zes jaar gevangen te houden?
Wat bezielt een pluspapa om een onschuldig kind erger toe te takelen dan een slachtkalf?

Soms vrees ik dat ik ellende die door mensen gemaakt wordt, niet meer kan aan-zien.
Maar wat kan ik doen?
Enkel toeschouwer spelen en hopen dat de mens ooit tot inzicht komt.
Struisvogels zijn nog zo dom niet. Die steken tenminste hun hoofd nog in het zand, terwijl ik niets doe.
Ooit heb ik een zware discussie gevoerd met iemand die vlakaf zei dat de mens slecht is.
Weet je … ik ging toen zwaar in de clinch met die man.
Maar beetje bij beetje moet ik zijn stelling bijtreden.
Het is vijf voor twaalf.

Een roze bril opzetten is potsierlijk als de zon niet meer schijnt.

dinsdag 1 juli 2008

Rust vinden






Boven alle bergtoppen
is rust
In alle boomtoppen
bespeur jij
nauwelijks een zuchtje
De vogeltjes zwijgen in het woud
Wacht maar, weldra
Rust ook jij ...
(een vertaling van Goethe)

Deze tekst, die ik altijd binnen handbereik heb, is voor mij een bron van inspiratie. In het Duits is hij natuurlijk wel mooier.

woensdag 18 juni 2008

Vals alarm




Vandaag heb ik me weer ontzettend boos gemaakt op de hedendaagse technologie.
Niet dat ik moderne snufjes haat of zo hoor, maar af en toe zijn het van die krengen.
Toen we daarstraks onze inkopen beëindigden aan de kassa van Makro Deurne moesten we nog door een corridor van scanners om de winkel te verlaten. En dat hoort ook zo.
Netjes betalen wat het karretje kan dragen is een aanvaardbare, economische gulden regel.
Maar niet zo bij ons …

Toen ik de volgeladen kar voorbij de barrière duwde begon een venijnig fluitsignaal mijn aandacht te trekken. Met mijn onschuldigste gezichtje begon ik te speuren naar dieven. Wie durft nu toch iets meenemen zonder te betalen denk ik. De koopkracht is wel verminderd zeggen de vakbonden, maar pikken is toch nog altijd meer dan des duivels.

Tientallen ogen gaan mijn richting uit en onmiddellijk treedt het ‘actieplan diefstal’ in werking. Een winkelbediende met gezellige, blozende wangen stopt mij abrupt voor de deur. Ze klist met bekwame spoed een aangekocht pak uit mijn kar en onderzoekt de code op fluitsignalen. Het pak blijft maar loeien en de roze kleur op mijn wangen verruilt zijn palet naar dieprood.
Mijn man kijkt mij beschuldigend aan en ik gebaar van krommen haas.
Ik kan er echt niks aan doen, leest hij in mijn ogen.
Het bevrijdende signaal komt dan uiteindelijk toch nog van de scannende winkelbediende, die vergeten was dat ze een knop moest verwijderen aan de onderkant van de verpakking.
Missen is menselijk hé, zegt ze met een gemene blik. Ik gun haar het falen, zij het met tegenzin.

Enkele maanden geleden overkwam mij in Leuven hetzelfde met een 2 megabyte-stickje.
Dat gekocht en correct betaald hebbedingetje joeg mij de ganse dag de stuipen op het lijf. Bij het verlaten van de computerwinkel was er geen vuiltje aan de lucht. Geen geluid ontsnapte aan de alarmcentrale.

Maaaaaar …in elke kledingwinkel, in elke schoenwinkel, in elke life style winkel, die ik met een vriendin in- of uitging, deed ik zonder pardon de sirenes loeien als was ik het brandalarm. Zeker zes maal werd ik geklist en gecontroleerd en telkens kon men niets vinden. Het was de stick van twee megabyte die Russische roulette met me speelde.
Ingepakt in zware plastic was dat stikkie zich van geen kwaad bewust. Ik ben toen naar een bewakingsagent gestapt en heb hem gesmeekt om mij te fouilleren.
Met schalkse blik sleurde hij mij in een diefstal-scan-hokje en volbracht gewetensvol zijn plicht. Wat die ouder wordende dametjes al niet willen doen om aandacht te trekken .. zal hij wel gedacht hebben.
Nadat het plastic omhulsel met veel moeite verwijderd was van de stick, was mijn leven als vrije vrouw een feit.

Ik haat sticks. Ik haat scanners. Ik haat sirenes. Ik haat winkels.
Lang leve de bewakingsagent.
Hij verloste mij van het grootste stigma ooit.

zaterdag 14 juni 2008

Abstract en stilleven




Als de pen leeg geschreven is komen kleuren in mijn gedachten.

vrijdag 6 juni 2008

Breekbaar


Moederke … moederke ... moederke … roept ze in crescendo als ik haar begroet.
Ze weent vandaag weer luidruchtig haar verdriet zonder tranen. Wil er nou niemand naar haar luisteren?
Tierend gilt ze haar piepende adem de lucht in.
Luchtbellen naar oneindig.
Zuurstof happend.

Op de overloop zitten enkele goedgemutste moederkes te wachten op hun Godot. Ze proberen mijn moeder te plezieren met hun eigen beperkte vermogens. Dementie heeft hier zijn vaste stek gevonden. Gespaard blijven van alle leed is hier een utopie.
Een bewoonster prevelt een gebedje tot een heilige maagd. Haar paternoster draait de cirkels die hij gewend is. Aflaten kun je hier verdienen prevelt ze met strenge blik. Ik geloof … haar.
Heiligheid is hier nog puur en echt.
Schijnheiligheid is hier niet aan de orde.

In haar slobbertruitje met grote bruine vlek verwelkomt ze me hartelijk met een flauwe glimlach. Ze staat zwijmelend recht en kijkt verbaasd op dat haar benen haar bijna niet meer kunnen dragen. Amper veertig kilootjes weegt ze nog.
Haar gerimpelde hals vertoont littekens van operaties die haar aders moesten vrijmaken.
Mooi is ze voor mij maar zo breekbaar.

Ze is blij dat ze me ziet, want de trein staat op haar te wachten in de gang zegt ze. Ik moet haar naar het station brengen. Ik beloof maar snel dat ik de taxi wel zal nemen. Daar kan ze vrede mee nemen.
Het scenario van dit spel moet ik alras weer aanpassen als haar gedachten een sprong van twintig jaar terug maken. Onze vader zit liever in de bus zegt ze.
Och arme die man hij moet zich wentelen in zijn urnevaas.

Tegenwoordig is mijn toekomst gelijk aan een verleden zonder limiet.
Ik moet zowaar lijken begraven die al vijf jaar in vrede aan het rusten zijn.
Het spel der verdrukten.
Het spel der gekken.
Flexibel zijn is een levenskunst en die eigenschap komt me verdikke goed uit.

Vandaag heb ik mijn nieuwe rugzak met professioneel fotomateriaal meegenomen om wat foto’s van moeder te nemen en naar mijn tante in Taiwan te sturen. Bijna dagelijks heb ik contact met elkaar. Zij wil op de hoogte blijven van haar zusters gezondheidstoestand.
Als ik mijn fototoestel op tijd en diafragma zet worden de oudjes ineens erg nieuwsgierig en vragen mij of ik voor de gazet werk. De zin om ja te knikken is er, maar beken dat het alleen maar een hobby is. Velen komen op het rumoer af en poseren gewillig mee om met hun zondaagse plunje een mooie portfolio bij elkaar te showen.
Mijn capaciteiten worden hier zeker niet in twijfel getrokken en de sfeer is er één zoals in een professionele studio. Wanneer ik eens flits is er algehele hilariteit onder de modellen. Uitbundig lachen is iets wat hier eerder schaars is. Het statuut van clown ligt zo goed als binnen handbereik voor mij.

De tristesse in moeders ogen raken mij. Haar blik is dof en dwaalt af.
Ze lacht niet; ze grimast eerder.
Het rechtop zitten wordt zwaar voor haar.
We slenteren met muizenpasjes terug naar kamer 13. Haar handen voelen koud aan.
Een dun, spierloos armpje voel ik aanklampen.
Een verpleegster komt haar halen om naar de refter te gaan.
Ik blijf achter in mijn studio tussen lenzen en flitsers.
Intens verdriet en onmacht wurgt mij. Ik snak naar adem, maar de lucht is in ontbinding.
Tranen zijn opgeweend. Denken heeft weinig zin. Ik denk ‘leven’ en er is ‘dood’.

De trein die moeder besteld heeft staat nog te wachten naast het perron.
Vader zit al heel lang in zijn compartiment.
Als ik nu eens de taxi nam die ik besteld had?

maandag 2 juni 2008

Ideale maten ( cursiefje )


Daarstraks bezorgde de postbode mij een grote, trendy enveloppe. Ik lig blijkbaar goed in de markt bij postorderbedrijven. Er is geen firma in België die mij nog niets gratis heeft aangeboden.
Altijd win ik een prijs en je mag er donder op zeggen dat het altijd gaat om totaal zinloze spullen. Meestal recycleer ik geadresseerde reclameboekjes terstond, maar vandaag kon het blijkbaar mijn aandacht toch stelen.
Ik scheurde de enveloppe in twee ongelijke delen stuk en een mooi, slank modepopje keek mij van op haar cover verleidelijk aan.
Zij sprak me zonder blikken of blozen zelfs aan met mijn eigen naam. Hoe durft ze!
Mijn hart smolt echter meteen toen ik op pagina twee mijn cadeau ging bekijken.
Een stapel badlakens en een badjas in paarse tinten waren voor mij … zo maar blijkbaar.

Maar …
Wat moet ik daar nou mee aanvangen, vraag ik hardop aan mezelf!
Ik ga nooit in bad, alleen maar een snelle douche omdat ik ecologisch geïnspireerd ben .
Ik bespaar mezelf daarmee duizend liter water per jaar. En dat is niet niks als je de energieprijzen een beetje hebt opgevolgd de laatste tijd. Ik zou wel gek zijn niet?
Dus een badlaken hoef ik echt niet, zelfs als ik dat zomaar krijg.
En ik draag zeker geen badjas in één van die donkere, oubollige kleuren.
Het gezegde ‘een gekregen paard mag je niet in de bakkes kijken’ neem ik al te letterlijk waarschijnlijk.

Omdat ik vandaag toch al een baaldag heb doorblader ik het modeblad toch maar even.
Leuke jurkjes en dito broekjes maken de meisjes nog mooier dan ze al zijn. Als ik achteraan in de catalogus ben aanbeland zie ik prachtige outfits voor de late of vroege uurtjes. Sensualiteit om te watertanden.

Zou ik iets bestellen en mijn gratis geschenk dan alsnog maar aanvaarden? Ik voel dat ik mezelf ga belazeren. Wikken en wegen zal het worden. En dat laatste zal belangrijk zijn als ik naar die graatmagere mannequins staar. Ik schat hun gewicht op minder dan veertig kilogram.
Ik voel me een olifant met mijn normale maten.
Ik voel mij een dwerg in het circus met mijn één meter achtenvijftig.
Ik voel mij een absolute nul in de modewereld.

Mijn besluit staat vast .. ik weiger het cadeau te aanvaarden uit solidariteit met dikke mensen.
Ik haat badlakens en badjassen en zeker in auberginekleuren. Geef die maar aan de armen in de vierde wereld. Ik haat mensen met een wespentaille, met opgefokte boezems, cosmetica-lippen en afgetrainde bipsen.

Ik open een Word-document en typ de onderstaande tekst naar de afzender.

Geachte Heer.
Diep ontroerd was ik, vanmorgen bij het openen van mijn post, door uw vrijgevigheid en het schenken van een set badlakens en badjas.
Maar helaas kan ik jouw geschenk niet aanvaarden wegens het niet beantwoorden aan de ideale maten. Met mijn maatje 38 en één meter achtenvijftig geraak ik nog niet aan de navel van jouw boomlange mannequins.
Elk jurkje, elk T-shirtje, elk slipje dat ik van jullie zou dragen zou een misdaad zijn tegen de mode-menselijkheid.
Ik zie dus af van elke verdere samenwerking.
Groeten van een misnoegd XXX-Elleke

Mokkend drink ik mijn derde tas koffie.
Ik graai naar de lokale adverteerkrant op mijn tafel.
Morgen ga ik er een zoekertje in plaatsen: “Vrouw zoekt klusjesman met gevorderde kennis van Photoshop”.

Mijn man kijkt mij bezorgd aan.
Ik neem vanavond een bad met of zonder badlaken en badjas.
Ecologie heeft zijn grenzen.

dinsdag 27 mei 2008

Eco-logisch geweten


Je kan er de laatste tijd niet meer naast kijken.
Ecologie scoort goed sinds Al Gore ons een eco-geweten heeft willen aanpraten.
De aarde gaat om zeep en daar zijn wij met z’n allen de schuld van. Zegt hij.
Maar lang voordat de mens zijn voet op deze aarde zette was een dergelijke evolutie al een feit.

Dat de grondstoffen schaars zullen worden is evident.
Dat wij zorgvuldig moeten omspringen met de natuur en zijn bronnen is logisch.
Deze planeet heeft niet genoeg grondstoffen om ons te blijven ‘voeden’ in al zijn facetten.
Er zijn teveel mensen zegt men … ik vind dat er teveel rijke mensen zijn.

Gisteren was er op TV een programma waarbij onze ecologische voetafdruk gemeten werd.
Een mooi initiatief, maar als je bewust ecologie wil gaan bedrijven heb je veel geld nodig.

Alleen rijke mensen kunnen zich een dakbedekking permitteren met zonnecellen, een windmolen in de tuin en muren van een halve meter dik. De beloofde premies worden daardoor vaker door hen geïnd dan door hen die er al niet ‘warmpjes’ inzitten.
De grote villa’s zullen zeker goed verwarmd kunnen blijven worden, mede door dat premie jagen. Constructies in en rond het huis houden daardoor de geldbeugel nog steeds goed gevuld. Belastingaftrek is mooi meegenomen als je rijk bent.

Kleine werkmanshuisjes moeten ook verwarmd worden maar door de grote kieren kan de koude probleemloos wat komen uitdagen. Overwegen om ecologisch te gaan leven moet dan maar op een ander niveau. Dikke trui aan en vroeg naar bed. Zoals onze voorouders.
Kloof tussen arm en rijk wordt met de dag groter.
Ecologie is een modewoord geworden waar veel geld mee gemoeid is en niet altijd tot meerdere eer en glorie van onze moeder aarde.
Mensen weer maar eens culpabiliseren lijkt een leuk tijdverdrijf te worden voor al wie wat te zeggen heeft in de wereld.

Mijn dikke trui ligt al klaar.
Spaarlampje gaat vandaag om twaalf uur uit.
Vroeg gaan slapen heeft ook wel iets.
Zegt men.
Mijn geweten is gerust en gesust.
Meer moet dat niet zijn.

zaterdag 17 mei 2008

De waarde van waardeloosheid


Eén - voor mij - erg inspirerend verhaal uit een zeer mooie bundel "Verhalen uit de Tao”
van Solala Towler en fotografie van John Cleare ( prachtige zwart-wit foto's ... )

Een timmerman was op reis met zijn knecht. Ze kwamen in een stadje waar een reusachtige eikenboom op het plein stond. De boom was enorm hoog en haar takken wezen in alle richtingen. Ze was groot genoeg om honderd ossen schaduw te geven. Haar schaduw vulde het hele plein. De knecht vroeg zich af hoeveel hout er uit deze boom kon worden gehaald, maar de timmerman wierp een enkele blik op de boom en liep door.
Toen zijn knecht hem vroeg waarom hij deze voortreffelijke boom voorbij was gelopen, zei de timmerman dat hij onmiddellijk had gezien dat de takken van deze grote eik waardeloos waren.

‘Haar takken zijn zo hard’, zei hij ‘dat mijn bijl zou splijten als ik zou proberen om ze eraf te hakken. Het hout is zo zwaar, dat een boot van dit hout zou zinken. De takken zijn zo verweerd en gekronkeld, dat het onmogelijk is om er planken van te maken. Als ik zou proberen om van het hout balken te maken voor een huis, zou het huis instorten. Als ik er een doodskist van zou maken, zou geen mens er in passen. Kortom, het is een volledig waardeloze boom. En dat is het geheim van haar lange leven.’
( naar Chang Tzu )

Waarde in iets gaan zoeken ligt ... voorbij het ogenschijnlijk aanschouwbare.

De foto bovenaan is een abstractie van een trapje aan het kanaal. Op dit trapje stond mijn moeder vroeger het wasgoed te spoelen. Ze was altijd erg bang om in het water te vallen. Dus dit functionele trapje van vroeger is nu waardeloos geworden voor de mensen, maar een eendenfamilie gebruikt het nu om in het water te gaan ploeteren. Ik maakte even een associatie met het verhaal hierboven.

woensdag 14 mei 2008

Emotionele ratio .. of rationele emo ?



Bij het nemen van beslissingen komt er bij mensen een proces op gang waarbij enerzijds de rede ons dicteert wat we moeten doen en anderzijds wordt de rede bijgestuurd door onze emoties. Maar wat ik mij afvraag is hoe dit proces precies in gang gezet wordt
Wat is eerst … de kip of het ei?

Is de rede exclusief verantwoordelijk voor het in werking zetten van gevoelens … of is er een dominerende rol voor de emoties naar de rede toe weggelegd?

Kan de emotie de ratio volledig het zwijgen opleggen en omgekeerd? .
In zekere mate kunnen we stellen dat genetische voorgeschiedenis en aangeleerd gedrag zeker het nemen van beslissingen bepalen.
Wat wel opvalt is dat mensen, waarbij de emoties een meer prominente rol spelen, vaak meer hun best moeten doen om overtuigend over te komen. Een man die weent is nog steeds een item dat De Standaard haalt. De tolerantie is er wel maar de benaming ‘softie’ komt aardig in de buurt.

De laatste maand heb ik twee zelfdodingen ‘meegemaakt’ van heel dichtbij. Twee jonge kerels in de fleur van hun leven besloten om de dood zelf eerder op te gaan zoeken . Is onze maatschappij niet te hard voor mensen die erg gevoelig zijn? Of is er een discrepantie opgetreden tussen ons denken en voelen? Is een blinde rationaliteit die stoïcijns doof aan het worden is de oorzaak van die ellende? Analyseren na de feiten is alleen nog het doekje voor het bloeden.

Toen er enkele maanden geleden een breuk kwam in een jarenlange relatie met een bevriend koppel was een ‘clash’ tussen rede en gevoel één van de hoofdoorzaken. Een ogenschijnlijk klein incident heeft onze standpunten gepolariseerd en de vriendschapsband verbroken. Gelijk hebben en gelijk krijgen was de inzet van dit pokerspel.
Of hoe een emotioneel geladen onderwerp de rationaliteit in zijn hemd kan zetten .. of was het omgekeerd?
Geen winnaars dus, alleen verliezers.

Mijn vele vraagtekens zijn alleen maar vage tekens en hebben betekenis voor mij .
Hevige emoties gevangen in een eng rationeel concept.

vrijdag 9 mei 2008

De geur van hooi


Genietend van het mooie weer vandaag hebben leuke herinneringen van vroeger, de kans gekregen om beelden en ervaringen weer in mijn gedachten te laten opborrelen. De geur van hooi en koeien is zo’n fantastische combinatie die voorgoed vast geankerd zit in mijn lange termijngeheugen.
Geuren doen iets met mij.
Ik word heel ‘week’ als ik ruik.
Ik snak naar prikkelende, herkenbare geuren.
Dat is mijn moederkoeksyndroom.
Een veilig nest moet ik ruiken. Sensationeel hou-vast.
Zelfs als ik iets wil kopen moet de geur mij bevallen. Hilarisch soms, omdat ik dat niet rationeel kan benaderen. Leg maar eens aan een verkoopster uit dat de geur van de trui mij niet zo ligt. Bedenkelijk en niet-gangbaar.

Toen ik daarstraks een weide passeerde waar men het eerste lange gras gemaaid had, waande ik me terug in mijn goede oude tijd. Het idyllische dorpje van toen kon heden ten dagen zeker nog dienstig zijn voor een reclameprent op een commerciële zender. Groene weiden, vol van die oergezonde koeien, waar men nog de tijd nam om de dieren te melken met de hand, vormden een vanzelfsprekend geheel met de omringende natuur.
Ambachtelijk eerlijk. Tijdrovend maar nog menselijk tegenover deze productieve dieren. Ritmisch trekken aan de spenen tot de lauwwarme melk in de emmer spetterde. Ik kan deze ongelofelijke sensatie nog steeds terug oproepen.
Akkoord, de hygiëne kon misschien beter, maar de liefde voor de dieren was hier een prioriteit. Ik zie nog de boerin in blauwe kiel op haar fiets voorbij ons huis komen. Rijdend met haar benen wijd open, klemde ze de volle melkkit vast als was het een relikwie. Haar bolletjeszakdoek beschermde haar hoofd tegen de felle zon.
Hormonenpreparaten hadden toen het daglicht niet gezien.
Alles was vanzelf-zo.
Natuurlijk werd tegen de winter geslacht.
Maar ‘ik’ beleefde dat deel van de idylle niet mee. Gek dat ik mij daarover toen geen vragen stelde.

Als wij onze wandeling voortzetten zie ik drie waggelende koeien doelloos rond ploeteren in grote modderpoelen. Hun onnatuurlijk dikke buiken en gespierde bipsen verraden spuitgedrag. Net bodybuilders, die opgefokt worden voor een wedstrijd. De nummers in hun oren zijn alleen wiskundig en boekhoudkundig interessant. Wie geboren wordt als nummer 9132 komt misschien ooit wel in aanmerking voor subsidies van Europa.

Straks voor zonsondergang zullen zij hun zinloze bezigheden even onderbreken om zich met hun gevulde uiers naar de machine te begeven. Precisiewerk uiteraard van beide kanten.
Om van de arme stier nog maar te zwijgen. Werkeloos kijkt hij van achter de elektrische prikkeldraad naar zijn bolle dametjes in de modder. Kunstmatige inseminatie heeft hem de zin in voortplanten ook al de das omgedaan.
Kwantiteit versus kwaliteit.

Geur is niet meer dan een concept. Romantiek is dat ook.
Associatie roept emotie na emotie op.
Ik leef mijn leven in geuren en kleuren.
En dat vind ik best zo.

En de geur van de roos verandert niet als men de naam van de roos verandert …

vrijdag 2 mei 2008

Diversiteit





Ik ben
geboeid door vormen.
geboeid door geuren.
geboeid door kleuren
geboeid door klanken
geboeid door ongewone dingen.
geboeid door al wat is … zoals het is
geboeid door dingen waar andere mensen ‘hun neus voor ophalen’.

Zo leef ik
Zo ben ik

Ik ben een god in ‘t diepst van mijn gedachten als ik natuur kan er-varen.
Het bos met zijn statige bomen injecteert mij steevast een shot levenskracht.
Bergen lijken mij onoverwinnelijk; maar boven alle bergtoppen is rust.
Een sacraal orgasme.

Micro Kosmos … Macro Kosmos
Identiek bestaan.

‘God’ is overal.
Ik zie de sacraliteit van de natuur ook in een koevla en in een schapenkeutel.
Siegmund Freud ? Heb jij misschien een verklaring?

zaterdag 26 april 2008

Hernia


Bram krijgt nog altijd zijn droge brokken. De smaak bevalt hem blijkbaar meer en meer. Een wandeling met zijn kar wisselen wij af met het effectief zelf stappen. Er zit progressie in zijn wandelafstand . Een marathon lopen zit er voorlopig echt niet in.
Wat hij absoluut niet wil is lopen aan de leiband. De loslopende teckel, die op dieet staat van droog hondenvoer heeft zo zijn wensen.

Begin deze week kwamen wij terug van een oefensessie ‘tien- meter-halsband-lopen’ toen het noodlot ons even kwam tarten.
Net toen Bram halsband-gestuurd enkele stappen naar ons huis toe wandelde sprong de grote herdershond van de buren over de ijzeren poort naar de keel van Bram. Ik sleurde hem aan de halsband in het rond in een poging hem van de verscheurende tanden van de grote hond te verlossen. Onze arme kleine kreeg heel wat beten te incasseren. Gelukkig niet tot bloedens toe. De buurman kwam met de staart tussen zijn benen poolshoogte nemen van de schade en kon vaststellen dat wij niet rancuneus ingesteld zijn. Hij zou nog dezelfde dag een verhoging aanbrengen aan zijn hek. Wel te laat natuurlijk.

Twee dagen later horen wij Bram zachtjes kreunen ’s nachts. Als ik hem zachtjes op zijn rug draai om hem te strelen jankt hij zo erg dat we vermoeden dat er iets aan de hand is. Hij stapt zo krampachtig dat we haast zeker zijn dat het vele wandelen en de aanval van de buurhond er voor iets tussen zitten.

Gisteren zijn we naar de dierenarts gestapt met teckeltje Bram.
Aan de hand van de onderzoeken stelde zij de voorlopige diagnose ‘ hernia in de hals’. Een inspuiting tegen de pijn en om te ontzwellen moet Brammeke genezing bezorgen. Een volledige week moet hij alle dagen zijn medicijnen nemen. Nadien kan er dan een evaluatie van zijn toestand volgen. Hopelijk is hij dan weer monter genoeg om de lichaamsbeweging terug aan te vatten.
Ik mag er niet aan denken dat er andere oorzaken kunnen zijn voor de pijn.
Hij is nog maar zes …


vrijdag 18 april 2008

De lichtvonk



Zoals een korrel zand kan wegrollen

van een immens grote strand,

zoals een druppel water weg kan vloeien

uit een eindeloze oceaan,

zo wordt

als door een vlijmscherp mes

de lichtvonk afgescheiden.

Zo trekt zij weg

uit het grenzeloze universum

van licht

en gaat

op weg.


Dit is het breken van de oorsprong,

dit is de eerste scheiding,

ook wel pijn genoemd

en ook: het verlangen naar gelukzaligheid.



Uit: Riekje Boswijk-Hummel, De anatomie van liefde, De energie van het hart in relaties

woensdag 16 april 2008

Bram op dieet


Vorige week moest Bram naar de dierenarts om zijn jaarlijkse inenting te krijgen. We waren al enkele weken over tijd, omdat het gewoon dingen zijn die nu eenmaal vergeten worden.

Bij de inschrijving moest onze Bram eerst het gewicht laten controleren. Dat hoort bij het routineonderzoek. Een bedenkelijke frons op het gelaat van de assistente voorspelde niet veel goeds. De arts zou ons zodadelijk ontvangen.

Al meteen kregen wij de vermaning dat overgewicht bij honden echt wel gevaarlijk kan zijn.
Zeven kilogram is ideaal voor een dwergteckel; die van ons scoorde net geen twaalf.
Aansprakelijk gesteld worden voor overgewicht bij je troeteldier komt hard aan.

Bram is al ruim zes jaar bij ons en is altijd al een moeilijk eter geweest.
Voor droge brokken komt hij gehaaid niet uit zijn mand. Zakken met probeervoer heb ik al met tonnen aangesleurd uit Carrefour, Delhaize, Macro en andere speciaalzaken.
Telkens dacht ik dat ik het warm water had uitgevonden . Maar de zakken droge brokken moest ik met veel spijt uitdelen aan behoeftige honden.

Dan maar kipfilets, Caesardoosjes met vettig vlees en brood met leverpaté voeren.
Roofbouw was het op zijn kleine lichaampje. Teckels zijn de meest koppige honden die er zijn zegt men wel eens en dat klopt dus echt wel.
De dierenarts heeft ons een voedingsschema voorgesteld dat we best onmiddellijk kunnen starten. Droge dieetbrokken die nog maar net op de markt zijn moeten aangevuld worden met druppels om te vermageren. Ook een wandelschema opstellen heeft prioriteit.

Met onze staart tussen onze benen betalen we de 90 € , die de consultatie, de brokken en druppeltjes ons kosten en verlaten met onze dikkerd het pand.
Onderweg spreken we elkaar moed in omdat het nu echt wel moet!

De volgende ochtend wegen we 130 gram droge brokken af, die we licht besprenkelen met water. Wonder boven wonder komt Bram naar zijn bord om de geur opsnuiven.
Doet ie het of doet ie het niet ?
Als mijn man en ik beiden met onze knieën voor het bord plaatsnemen en met ons hoofd naar de brokken neigen, wringt Bram zich tussen ons in en … verorbert een eerste brok.
Het kraakt en kraakt tussen zijn tandjes. Een tweede brok , een derde brok … zijn aan de beurt. Wij paaien hem met complimentjes. Als iemand ons bezig zou zien moesten wij toch wel één en ander uitleggen denk ik.

Dan beginnen wij aan zijn wandeling … met de kar. In een boswegeltje moet hij eruit om zijn conditie te verbeteren. Alle dagen moet de afstand van activiteit groter worden. We zijn gemotiveerd om hem te motiveren. Maar het zal een werk zijn van lange adem eer ons beest zijn gewicht onder controle zal krijgen.

Na één week eet hij zijn brokjes nog altijd graag. Een snelwandelaar zal hij wel nooit worden, maar we proberen de afstanden te vergroten.
Volhouden Bram. Je hoort nu bij de Weight Watchers.

vrijdag 11 april 2008

Borderline

Mensen labelen is de meest zinloze bezigheid die je je kan indenken.
Toch krijgen we de laatste decennia alsmaar meer inzicht in de functionering van ons brein.
Studies tonen aan dat het menselijk handelen gestuurd wordt door allerhande impulsen in de hersenen.
Autisme, hoogbegaafdheid, ADD, ADHD en andere disfuncties zijn de nieuwe modewoorden in onze samenleving. Normaliteit is een vies woord geworden.
Als we niet denken en doen zoals de meerderheid passen we wel in één of ander raar hokje.

Eergisteren in de vooravond werd ik opgebeld door de buurvrouw. Zij nodigde ons uit om haar te komen opzoeken. Zij zat voor het eerst een avond alleen sinds de dood van haar zoon vorige week.
De stilte in haar huis kon ze niet aan.
Als we bij haar binnen komen laat ze onmiddellijk een mooie foto zien van Ben.
Ik staar ernaar maar kijk niet. Ik stamel maar wat over de kwaliteit van de afdruk, want verder kom ik niet met mijn onzin.
Maar zo is het ijs weer wat gebroken. Haar ingevallen wangen verraden een immens verdriet.
Nog 44 kilogram weeg ik zegt ze. Alsof ik dat nog niet gezien had.

Tijdens mijn actieve loopbaan kwam zij bij ons altijd poetsen. We kenden elkaar vrij goed, maar de laatste jaren hadden wij nog maar sporadisch eens een gesprek op straat of in de supermarkt. Meestal ging het over onze en haar kinderen. Na de dood van haar man nu negen jaar geleden had zij zich wat afzijdig opgesteld. Veel kennissen hadden bezoekjes bij haar opgegeven, omdat zij de draad van haar leven niet meer wilde oppikken. Het sterven van haar man had nog steeds geen plaats gekregen. Bezoekers willen goed nieuws horen en niet het zoveelste eentonig klaaglied dat al zeker honderd keer gezongen was. Misschien hoor ik ook tot die categorie?

Waarschijnlijk heeft Ben een aandoening gehad in de hersenen zeg ik na een stilte. Ondertussen blaast zij de rook van de tiende sigaret mijn richting uit.

Borderline was het zei ze. Hij scoorde negen op negen op het diagnoseformulier.
Eén op tien van deze patiënten pleegt vroeg of laat zelfmoord.
Ik zeg haar dat ik al zoiets vermoedde.
De laatste twee maanden zat Ben in een psychiatrische kliniek en had zijn dood al een keer gerepeteerd. Net op tijd had zijn vriendin de wanhoopsdaad kunnen voorkomen.
Maar iedereen wist dat het opnieuw ging gebeuren, omdat hij had ervaren dat deze dood geen pijn deed.
Extreme vorm van automutilatie.

Zes uur heb ik geluisterd naar het relaas van een aangekondigde dood.
Borderline is horror voor patiënt en naasten. Ik luister, luister en luister.

Op een dag verstuurde hij vanuit de kliniek 1100 sms-kes naar zijn moeder.
De extreme angst om verlaten te worden ‘nekte’ hem.
Wat doe je als je kilometers van elkaar verwijderd bent en hoort van je kind dat het niet meer wil leven? Dan sterf je.

Mensen een label opkleven doe ik niet meer.
Borderline heeft voor mij een gezicht gekregen.
Een gezicht van een mooie man in de fleur van zijn leven.
Zijn kindjes wijzen nu naar de sterretjes aan de hemel als ze hun papa willen omhelzen.

Diep in de nacht gaan wij huiswaarts.
Mijn ogen tranen van de overvloedige sigarettenrook.

zondag 6 april 2008

Thorn







Door de regen zag het witte stadje er helemaal anders uit.

vrijdag 4 april 2008

Dood van een vinkje

Op regelmatige basis hebben al heel wat blinde vinken zich te pletter gevlogen tegen het raam van onze veranda. Net nu onze vier kleinkinderen kwamen logeren gebeurde alweer het onvermijdelijke. Een mooie vink verwisselde het tijdelijke met het eeuwige in een poging om door het raam naar binnen te vliegen.
Onze tuin hangt nochtans vol met vogelhuisjes en op strategische plaatsen wordt gevoederd met korstjes op voederplankjes en vetbollen versieren de takken van haast elke boom. Maar dat is blijkbaar toch nog steeds onvoldoende om vogels een goede thuis te geven. Ze willen naar binnen.

Het arme schaap, zeg maar vink, werd vandaag met passende eer beweend in onze tuin door onze vier kleinkinderen. In hun kinderhoofdjes begon een staatsbegrafenis stilaan concrete vormen aan te nemen.
In de keukenkast werd een koekjesdoos snel van de inhoud ontdaan om het vinkje een passende kist te geven. Recycleerbaar moest het zijn hadden we erbij gezegd.

Een oud wit hemd van bompa zou gedragen worden door Siebe, want hij eiste het beroep van pastoor op. Hij heeft altijd al graag kleren ontworpen. Hij wil later modeontwerper worden en dat is hem op het lijf geschreven als pastoor. Met de schaar kan hij het habijt echt mooi modelleren. Hanne palmt mijn computer in en tikt op google ‘Afscheid van een vriend’ in. Ze mag het liedje uitzonderlijk afprinten in zesvoud. Dat zal het lied worden waarmee de plechtigheid zal afgerond worden.

Yenthe en Sitha beginnen onze tuinstoelen te versleuren rond de gapende kuil achter in de tuin. Er zijn voorbehouden plaatsen met hun zelfgemaakte kaartjes.
Ondertussen wordt door het viertal een zelfgemaakte tekst opgesteld met de voorbeden. Om de beurt zullen zij dat voorlezen als eerbetoon aan het vinkje.
Eigenlijk sta ik versteld hoe kinderen met de dood omgaan. Het rollenspel wordt tot in de kleinste details doorgenomen. Net ceremoniemeesters in wording.

Ik zit al zeker een kwartier op een ijskoude tuinstoel stil te wezen, omdat de kaars echt niet wil blijven branden. En het licht moet in de duisternis blijven schijnen; al was het maar symbolisch.
De plechtigheid wordt met regelmaat even stil gelegd als onvoorziene omstandigheden zich voordoen.

Wanneer dan de genodigden door de pastoor uitgenodigd worden om samen een afscheidstekst te lezen rond het open graf, moet ik toch even een traan wegpinken. Als ultiem bewijs van respect vraagt onze pastoor zelfs een minuut stilte voor de overleden hond Cooper, die zeven jaar geleden door ons in het graf is gelegd niet zo ver van Pimkie de vink.
Een warm gevoel krijg ik.

Om zes uur komen de schoondochters hun kroost ophalen want wij moeten om half acht naar de gebedsdienst van Ben. Volgende week zou hij 34 worden.

De dood van een vink heeft vandaag een helende rol gespeeld. Het leven gaat niet dood.
Warme tranen ween ik op deze druilerige avond.
Vaarwel Pimkie en Ben.

maandag 31 maart 2008

Zelf doding


Deze namiddag kreeg ik een beklijvend telefoontje, dat al de ganse avond mijn gedachten gijzelt. Een onaangekondigde zelfdoding van Ben, een vriend van onze zoon laat zijn sporen na. Een pijnlijke relatiebreuk had hem gebroken. Hij laat twee jonge kindjes na.

Hij was de zoon van een buurvrouw, die enkele jaren geleden , al het overlijden aan kanker van haar man moest zien te verwerken. Haar leven vertoonde tot nu toe enkel een negatieve spiraal van opeenvolgende negatieve gebeurtenissen. Twee maanden geleden maakte ik met haar nog een praatje. En het leek of ze eindelijk vrede had genomen met het alleen zijn.
Nu staat ze weer op de drempel van een nieuw begin. Leven met de dood alweer.
Het leven is een kansspel. De dobbelstenen vallen op goed geluk.

Morgen moet ik naar haar toe. Ik weet niet wat ik haar ga zeggen.
Waarschijnlijk gaat mijn zwijgen de stilte voorbij.
Sterkte ga ik haar wensen.
Maar wat bedoel ik in godsnaam met ‘sterkte’.
Onpersoonlijk getater.

Zoveel leed kan ik niet helpen dragen.
Toch wil ik naast je staan Mai.

vrijdag 28 maart 2008

Flash back


Vandaag zijn we op bezoek geweest bij mijn vriendin die dat altijd al geweest is. Enkele keren per jaar gaan we bij elkaar buurten en gezellig kaasschotels verorberen.
Zij is kunstminnend en actief beoefenaar van beelden beitelen. Schilderen en aquarelleren is ook onze gezamenlijke hobby. Geregeld nemen we onze ezel bij de horens en gaan we op in het spel van geuren en kleuren. En dat is genieten.

Acht jaar samen op kostschool bij de nonnen hebben we erop zitten. Geen verloren tijd omdat we onze tijd toch invulden zoals we dat zelf wilden.
Daar al trokken we altijd samen op terwijl we filosofeerden over het Al en Niets. Bloemen en bomen hadden geen geheimen voor ons. Kunst boeide ons.
Wat eigenwijs en excentriek waren wij in de ogen van onze medestudenten waarschijnlijk. Wij waren geen doorsnee volgzame kuddedieren.
In de les kunstgeschiedenis hadden we eens ‘per ongeluk’ een foto van een mooie, naakte man onder de projector gelegd, omdat wij als twee voorbeeldige leerlingen dat ding mochten bedienen. De kunst-zuster die vooraan les gaf over oude Romeinse beelden, bleef in haar woorden steken en werd bloedrood , omdat zij zich moest verantwoorden voor die foute foto tegenover een volle klas pubers. De hilariteit was kompleet.
Michelangelo hadden we gewoon even om de tuin geleid.

Vandaag hebben we voor het eerst gepraat over onze toekomst. Grote plannen zitten er niet meer bij. Berusten in het ouder worden komt meer en meer ter sprake.
Het leven komt alsmaar vlugger op kruissnelheid.

Gebeitelde beelden van naakte mensen liggen nu op haar kast in de living.
Het puberaal giechelen om zoveel naaktheid zijn we verleerd.
Beitelen en kappen tot alleen het pure overblijft.

donderdag 27 maart 2008

In arren moede


Sinds de olieprijs bijna dagelijks een sprongetje naar boven waagt zijn mensen meer en meer in de weer met grote blokken hout. Aanhangwagentjes volgeladen met het nieuwe goud, rijden van hier naar daar en moeten hun auto soms toch wel een ietsje te zwaar beladen, om de massa in één keer ter plaatste te krijgen. Er gaat hier in de buurt geen dag voorbij of de kettingzagen zetten hun klaagzang aan. Zelfs op zondagen zijn de hobbyisten druk in de weer met zagen en kappen.

Is dit het begin van de nieuwe armoede? Zonder een pessimistische noot te willen zingen denk ik dat de noodzaak van het hout sprokkelen een realiteit aan het worden is voor sommigen. ‘Het is voor de gezelligheid’ gaat al lang niet meer op.
De koopkracht daalt zeggen de vakbonden; de koopkracht blijft stabiel zeggen onderzoekers.
Feit is dat de geldbeugels van heden toch niet meer zo hou-vast zijn als die van vroeger. Euro’s en franken zijn en waren barometers van winst en verlies.

Verwarrend eenvoudig reken ik nog steeds de euro’s maal veertig.
Nooit zal ik zonder nadenken een waarde kunnen geven aan zeg maar 189 0230 euro.
Als ik het niet uit het hoofd uitgerekend krijg, koop ik het lekker niet.
Dat is mijn motto.
En zo word ik lekker rijk.
De economie zit in het slop.

dinsdag 25 maart 2008

Wanneer ...


Wanneer een glimlach niet meer beantwoord wordt
Wanneer je niet meer meedenkt met je vrienden
Wanneer een grapje geen grapje meer kan zijn
Wanneer een woord niet meer zalven kan
Wanneer verdriet niet meer omarmd wordt
Wanneer ziek zijn niet meer begrepen wordt
Wanneer je niet meer meevoelt met je vrienden

Dan is de winter daar
Dan is de vriendschap zoek.
Dan denk je alleen
Dan ben je alleen
Dan voel je kilte

Loslaten wat je eens omklemde
Doorgaan nergens naartoe
Wachten op lente
Eenzame mens

zondag 23 maart 2008

Mijn moeder en Pasen


Een koude winterzon verwelkomt vandaag met graagte de klokken van Rome. De kinderen moeten heus niet bang zijn dat de chocoladen eitjes zullen smelten bij deze temperaturen.

Vandaag is het mijn dag weer om op bezoek te gaan bij moeder in het homeke. Er zijn leukere bezigheden bedenk ik als ik in mijn auto richting Turnhout rijd.
Door grootscheepse graafwerken en wegeniswerken ben ik vanaf vorige week genoodzaakt geweest om de auto zeker een kilometer verder te parkeren. Op zich geen ramp maar ik moet ook steeds het gewassen en gestreken wasgoed in een mand meezeulen. Daar krijg ik sterke spieren van troost ik mezelf.

Wat graag luister ik naar het geluid van het klepperen van mijn schoenen. Een eentonig spektakel dat mijn gedachten wat in bedwang houdt. Niemand, behalve ik, komt hier voor zijn of haar plezier op paasdag het slijk trotseren.
Als ik in de stille, verlaten straat aan het rusthuis arriveer hoor ik iemand meedogenloos kermen en huilen door de gesloten ramen heen. Als ik mijn tred verminder en tot stilstand kom herken ik het timbre van moeders stem.
Hijgend en happend naar lucht ga ik door de voordeur recht op de lift af. Uit principe gebruik ik dat onding nooit, maar vandaag maak ik een uitzondering omdat het gehuil me zo irriteert.

Op de kamer zit zij weer eens agressief te wezen. Ze zit vastgebonden met een witte band.
De televisie op haar antieke kastje doet zijn best om gehoord te worden. Maar een charmante nieuwslezer moet toch het onderspit delven tegen de decibels van moeder.
Ze kijkt me verdrietig aan en ze stopt met huilen als ze me ziet. Met droevige ogen verwelkomt ze me.
Als ik haar vraag waarom ze verdriet heeft moet ze me het antwoord schuldig blijven.
Vandaag wil ze weer eens dood. Ik heb niks meer aan zo’n leven argumenteert ze.

Ik ga haar vandaag toch maar eens over Hugo Claus vertellen. Ik vertel dat hij zelf heeft geoordeeld dat zijn leven geen zin meer had zoals het zich nu nog voor hem openbaarde.
Ze luistert, maar de draagkracht van mijn woorden gaan verloren in haar mistig brein.
Ik praat dan maar verder tegen de meubels. Die worden er ook al niet vrolijker op.
Ondertussen heeft ze de zoveelste knoop weer van haar jasje gerukt. Ik moet dat er maar terug aannaaien zegt ze. Ik opper dat ik dat niet kan, maar daar heeft ze haar gegronde twijfels over.

Een aantal kamers verder hoor ik al een ganse namiddag gestommel en gepraat. Als ik op de gang aan iemand vraag of het mensje van kamer 11 ziek is, antwoordt men dat ze deze nacht gestorven is . Eergisteren had ik haar nog gesproken. Aan tafel was zij ingedeeld bij de hulpbehoevenden, aan de rechterzijde van moeder.

De grote kuis op kamer elf is gestart.
Het mysterie van leven en dood op deze Paasdag speelt zich af onder mijn ogen.
Het leven zoals het is in het home.
De race naar kamer 11 kan morgen beginnen. Welkom aan de nieuwe bewoner.

Urbi et orbi


donderdag 20 maart 2008

Paard en koets



Paarden hebben door de eeuwen heen al tot de verbeelding gesproken.
Veldslagen werden uitgevochten door ridders te paard.
Koetsen met vorsten en vorstinnen werden en worden nog steeds getrokken door statige paarden.
De ordehandhaving in de voetbalstadions wordt verzorgd door de bereden politie.
En werd Sneeuwwitje ook niet wakker gekust door een prins op het witte paard?

Paarden zijn edele dieren. Ze hebben zelfs geen kop, maar een hoofd.
Toch heeft het imago van die dieren bij mij een serieuze deuk gekregen op een late zondagnamiddag .

Enkele weken geleden heeft mijn engelbewaarder, of iets van dat kaliber, toch wel serieus overuren moet klokken.
Onze wandeling gaat bijna iedere dag langs dezelfde paden en straten. Het is een gewoonte geworden om wat verse lucht op te snuiven en onze conditie te onderhouden.
Dat is tegenwoordig ‘in’ en wij gaan dus ‘uit’ wandelen. Zes kilometer is nog maar een kleine uitdaging.

Op een smal voetpad , geflankeerd door links een grote beukenhaag tegen de huizenrij en rechts de rijbaan, wandelen wij niets vermoedend met onze hond in de hondenkar. Alles heel gemoedelijk en rustig tot er plots een wild paard met lege koets onze richting op het voetpad komt aangelopen. Onmiddellijk aangepord door een ferme adrenalinestoot trek ik man en kar in een reflex van overleven de straat op. Eén seconde zijn we verwijderd van een gewisse dood . De palen rond de bomen , waar wij juist stonden, kraken en worden uit de grond gesleurd door de koets. De doorgang is natuurlijk veel te smal. Even gaat het paard door de knieën, maar zet dan zijn tocht op het voetpad toch verder. Als aan de grond genageld blijven we op de rijbaan achter. De aankomende auto’s zien gelukkig het gevaar en plaatsen zich dwars over de rijbaan om het verkeer af te remmen en om zo een ongeluk te vermijden. Wat er daarna gebeurde weet ik niet meer.
Later hoorden wij zeggen dat het paard losgebroken was en dat het er alleen vandoor gegaan was. Dat hadden wij gemerkt ja.

In november hadden wij met veel spijt onze moto verkocht na een erg gevaarlijke rit van 300 kilometer in de gietende regen op de Duitse autostrades. Een bijna- aanrijding met een grote vrachtwagen had mij de stuipen op het lijf gejaagd. De angst om nog op de moto te gaan zitten als duo was zo groot geworden dat de leuke herinneringen aan het moto rijden moesten wijken voor het steeds aanwezige gevaar.
De dood ontmoeten door een ongeval met de moto wilde ik niet meemaken. Dat was een uitgemaakte zaak. Dus moto weg en de wandelschoenen dagelijks binnen handbereik.

Wie zou er nu denken dat een losgeslagen paard ons voetpad zou kiezen op een zondagavond?

De dood is het moto rijden moe.
Paarden gaan ook eens graag stappen.

Zij die gaan sterven groeten u.


woensdag 19 maart 2008

Maskerade


Mensen zijn vaak zo onherkenbaar achter hun maskerade .
Overal keren heuvels en rotsen
hun gelaat naar elkaar,
maar het is moeilijk het gelaat van uw Zelf te zien.
(bron: Boeddhistische tekst)

zondag 16 maart 2008

Schuld-gevoelig

Door mijn schuld, door mijn schuld, door mijn grote schuld …
Het is een boutade die me op het lijf geschreven is.
Ik ben schuld.
Ik voel schuld tot in het fysieke.
Ik ben ziek van schuld.
In de spiegel zie ik iemand die schuld bekent.
Waarom tors ik die zware vracht aan verantwoordelijkheid al een gans leven op mijn schouders?
Mijn ge-weten moet het weten.
Waarom doe je mij dat aan? Ik wil die schuld aflossen. Geef me een hint.
Gillen smoort alleen het verdriet. Gevoel van onmacht blijft.

Reeds vier jaar ga ik elke week minstens vier keer naar mijn moeder in het rusthuis.
Tegen beter weten in voldoe ik zo mijn plicht met de grootste verantwoordelijkheid.
Moeder heeft mij in haar wurggreep. Een giftige omhelzing vind ik het.
Ik ben plichtsbewust tot in het absurde.
Als ik bij haar ben wil ik weg en als ik thuis ben wil ik naar haar toe.
Haar ziekte maakt haar agressief tegen mij. Ik onderga tot ik onder-ga.
Schuld en boete.
Wat een dreigement.

Egotripperij .
Wil ik het liefhebbend kind uithangen?
The need to be needed ? Ik weet het niet.
Tegen niemand wil en kan ik dit schuldgevoel verduidelijken, maar ik word er gek van.

‘Jullie hebben nu toch veel tijd om van alles te doen wat jullie graag doen’: zegt men.
‘Ja dat is ook zo’: zeg ik.

Het is wat het is. Leven is lijden.

zaterdag 15 maart 2008

Franjes




Een poging om ook eens abstract te gaan bood zich daarstraks aan in de vorm van een stukgewaaid zeil.