woensdag 18 juni 2008

Vals alarm




Vandaag heb ik me weer ontzettend boos gemaakt op de hedendaagse technologie.
Niet dat ik moderne snufjes haat of zo hoor, maar af en toe zijn het van die krengen.
Toen we daarstraks onze inkopen beëindigden aan de kassa van Makro Deurne moesten we nog door een corridor van scanners om de winkel te verlaten. En dat hoort ook zo.
Netjes betalen wat het karretje kan dragen is een aanvaardbare, economische gulden regel.
Maar niet zo bij ons …

Toen ik de volgeladen kar voorbij de barrière duwde begon een venijnig fluitsignaal mijn aandacht te trekken. Met mijn onschuldigste gezichtje begon ik te speuren naar dieven. Wie durft nu toch iets meenemen zonder te betalen denk ik. De koopkracht is wel verminderd zeggen de vakbonden, maar pikken is toch nog altijd meer dan des duivels.

Tientallen ogen gaan mijn richting uit en onmiddellijk treedt het ‘actieplan diefstal’ in werking. Een winkelbediende met gezellige, blozende wangen stopt mij abrupt voor de deur. Ze klist met bekwame spoed een aangekocht pak uit mijn kar en onderzoekt de code op fluitsignalen. Het pak blijft maar loeien en de roze kleur op mijn wangen verruilt zijn palet naar dieprood.
Mijn man kijkt mij beschuldigend aan en ik gebaar van krommen haas.
Ik kan er echt niks aan doen, leest hij in mijn ogen.
Het bevrijdende signaal komt dan uiteindelijk toch nog van de scannende winkelbediende, die vergeten was dat ze een knop moest verwijderen aan de onderkant van de verpakking.
Missen is menselijk hé, zegt ze met een gemene blik. Ik gun haar het falen, zij het met tegenzin.

Enkele maanden geleden overkwam mij in Leuven hetzelfde met een 2 megabyte-stickje.
Dat gekocht en correct betaald hebbedingetje joeg mij de ganse dag de stuipen op het lijf. Bij het verlaten van de computerwinkel was er geen vuiltje aan de lucht. Geen geluid ontsnapte aan de alarmcentrale.

Maaaaaar …in elke kledingwinkel, in elke schoenwinkel, in elke life style winkel, die ik met een vriendin in- of uitging, deed ik zonder pardon de sirenes loeien als was ik het brandalarm. Zeker zes maal werd ik geklist en gecontroleerd en telkens kon men niets vinden. Het was de stick van twee megabyte die Russische roulette met me speelde.
Ingepakt in zware plastic was dat stikkie zich van geen kwaad bewust. Ik ben toen naar een bewakingsagent gestapt en heb hem gesmeekt om mij te fouilleren.
Met schalkse blik sleurde hij mij in een diefstal-scan-hokje en volbracht gewetensvol zijn plicht. Wat die ouder wordende dametjes al niet willen doen om aandacht te trekken .. zal hij wel gedacht hebben.
Nadat het plastic omhulsel met veel moeite verwijderd was van de stick, was mijn leven als vrije vrouw een feit.

Ik haat sticks. Ik haat scanners. Ik haat sirenes. Ik haat winkels.
Lang leve de bewakingsagent.
Hij verloste mij van het grootste stigma ooit.

zaterdag 14 juni 2008

Abstract en stilleven




Als de pen leeg geschreven is komen kleuren in mijn gedachten.

vrijdag 6 juni 2008

Breekbaar


Moederke … moederke ... moederke … roept ze in crescendo als ik haar begroet.
Ze weent vandaag weer luidruchtig haar verdriet zonder tranen. Wil er nou niemand naar haar luisteren?
Tierend gilt ze haar piepende adem de lucht in.
Luchtbellen naar oneindig.
Zuurstof happend.

Op de overloop zitten enkele goedgemutste moederkes te wachten op hun Godot. Ze proberen mijn moeder te plezieren met hun eigen beperkte vermogens. Dementie heeft hier zijn vaste stek gevonden. Gespaard blijven van alle leed is hier een utopie.
Een bewoonster prevelt een gebedje tot een heilige maagd. Haar paternoster draait de cirkels die hij gewend is. Aflaten kun je hier verdienen prevelt ze met strenge blik. Ik geloof … haar.
Heiligheid is hier nog puur en echt.
Schijnheiligheid is hier niet aan de orde.

In haar slobbertruitje met grote bruine vlek verwelkomt ze me hartelijk met een flauwe glimlach. Ze staat zwijmelend recht en kijkt verbaasd op dat haar benen haar bijna niet meer kunnen dragen. Amper veertig kilootjes weegt ze nog.
Haar gerimpelde hals vertoont littekens van operaties die haar aders moesten vrijmaken.
Mooi is ze voor mij maar zo breekbaar.

Ze is blij dat ze me ziet, want de trein staat op haar te wachten in de gang zegt ze. Ik moet haar naar het station brengen. Ik beloof maar snel dat ik de taxi wel zal nemen. Daar kan ze vrede mee nemen.
Het scenario van dit spel moet ik alras weer aanpassen als haar gedachten een sprong van twintig jaar terug maken. Onze vader zit liever in de bus zegt ze.
Och arme die man hij moet zich wentelen in zijn urnevaas.

Tegenwoordig is mijn toekomst gelijk aan een verleden zonder limiet.
Ik moet zowaar lijken begraven die al vijf jaar in vrede aan het rusten zijn.
Het spel der verdrukten.
Het spel der gekken.
Flexibel zijn is een levenskunst en die eigenschap komt me verdikke goed uit.

Vandaag heb ik mijn nieuwe rugzak met professioneel fotomateriaal meegenomen om wat foto’s van moeder te nemen en naar mijn tante in Taiwan te sturen. Bijna dagelijks heb ik contact met elkaar. Zij wil op de hoogte blijven van haar zusters gezondheidstoestand.
Als ik mijn fototoestel op tijd en diafragma zet worden de oudjes ineens erg nieuwsgierig en vragen mij of ik voor de gazet werk. De zin om ja te knikken is er, maar beken dat het alleen maar een hobby is. Velen komen op het rumoer af en poseren gewillig mee om met hun zondaagse plunje een mooie portfolio bij elkaar te showen.
Mijn capaciteiten worden hier zeker niet in twijfel getrokken en de sfeer is er één zoals in een professionele studio. Wanneer ik eens flits is er algehele hilariteit onder de modellen. Uitbundig lachen is iets wat hier eerder schaars is. Het statuut van clown ligt zo goed als binnen handbereik voor mij.

De tristesse in moeders ogen raken mij. Haar blik is dof en dwaalt af.
Ze lacht niet; ze grimast eerder.
Het rechtop zitten wordt zwaar voor haar.
We slenteren met muizenpasjes terug naar kamer 13. Haar handen voelen koud aan.
Een dun, spierloos armpje voel ik aanklampen.
Een verpleegster komt haar halen om naar de refter te gaan.
Ik blijf achter in mijn studio tussen lenzen en flitsers.
Intens verdriet en onmacht wurgt mij. Ik snak naar adem, maar de lucht is in ontbinding.
Tranen zijn opgeweend. Denken heeft weinig zin. Ik denk ‘leven’ en er is ‘dood’.

De trein die moeder besteld heeft staat nog te wachten naast het perron.
Vader zit al heel lang in zijn compartiment.
Als ik nu eens de taxi nam die ik besteld had?

maandag 2 juni 2008

Ideale maten ( cursiefje )


Daarstraks bezorgde de postbode mij een grote, trendy enveloppe. Ik lig blijkbaar goed in de markt bij postorderbedrijven. Er is geen firma in België die mij nog niets gratis heeft aangeboden.
Altijd win ik een prijs en je mag er donder op zeggen dat het altijd gaat om totaal zinloze spullen. Meestal recycleer ik geadresseerde reclameboekjes terstond, maar vandaag kon het blijkbaar mijn aandacht toch stelen.
Ik scheurde de enveloppe in twee ongelijke delen stuk en een mooi, slank modepopje keek mij van op haar cover verleidelijk aan.
Zij sprak me zonder blikken of blozen zelfs aan met mijn eigen naam. Hoe durft ze!
Mijn hart smolt echter meteen toen ik op pagina twee mijn cadeau ging bekijken.
Een stapel badlakens en een badjas in paarse tinten waren voor mij … zo maar blijkbaar.

Maar …
Wat moet ik daar nou mee aanvangen, vraag ik hardop aan mezelf!
Ik ga nooit in bad, alleen maar een snelle douche omdat ik ecologisch geïnspireerd ben .
Ik bespaar mezelf daarmee duizend liter water per jaar. En dat is niet niks als je de energieprijzen een beetje hebt opgevolgd de laatste tijd. Ik zou wel gek zijn niet?
Dus een badlaken hoef ik echt niet, zelfs als ik dat zomaar krijg.
En ik draag zeker geen badjas in één van die donkere, oubollige kleuren.
Het gezegde ‘een gekregen paard mag je niet in de bakkes kijken’ neem ik al te letterlijk waarschijnlijk.

Omdat ik vandaag toch al een baaldag heb doorblader ik het modeblad toch maar even.
Leuke jurkjes en dito broekjes maken de meisjes nog mooier dan ze al zijn. Als ik achteraan in de catalogus ben aanbeland zie ik prachtige outfits voor de late of vroege uurtjes. Sensualiteit om te watertanden.

Zou ik iets bestellen en mijn gratis geschenk dan alsnog maar aanvaarden? Ik voel dat ik mezelf ga belazeren. Wikken en wegen zal het worden. En dat laatste zal belangrijk zijn als ik naar die graatmagere mannequins staar. Ik schat hun gewicht op minder dan veertig kilogram.
Ik voel me een olifant met mijn normale maten.
Ik voel mij een dwerg in het circus met mijn één meter achtenvijftig.
Ik voel mij een absolute nul in de modewereld.

Mijn besluit staat vast .. ik weiger het cadeau te aanvaarden uit solidariteit met dikke mensen.
Ik haat badlakens en badjassen en zeker in auberginekleuren. Geef die maar aan de armen in de vierde wereld. Ik haat mensen met een wespentaille, met opgefokte boezems, cosmetica-lippen en afgetrainde bipsen.

Ik open een Word-document en typ de onderstaande tekst naar de afzender.

Geachte Heer.
Diep ontroerd was ik, vanmorgen bij het openen van mijn post, door uw vrijgevigheid en het schenken van een set badlakens en badjas.
Maar helaas kan ik jouw geschenk niet aanvaarden wegens het niet beantwoorden aan de ideale maten. Met mijn maatje 38 en één meter achtenvijftig geraak ik nog niet aan de navel van jouw boomlange mannequins.
Elk jurkje, elk T-shirtje, elk slipje dat ik van jullie zou dragen zou een misdaad zijn tegen de mode-menselijkheid.
Ik zie dus af van elke verdere samenwerking.
Groeten van een misnoegd XXX-Elleke

Mokkend drink ik mijn derde tas koffie.
Ik graai naar de lokale adverteerkrant op mijn tafel.
Morgen ga ik er een zoekertje in plaatsen: “Vrouw zoekt klusjesman met gevorderde kennis van Photoshop”.

Mijn man kijkt mij bezorgd aan.
Ik neem vanavond een bad met of zonder badlaken en badjas.
Ecologie heeft zijn grenzen.