vrijdag 6 juni 2008

Breekbaar


Moederke … moederke ... moederke … roept ze in crescendo als ik haar begroet.
Ze weent vandaag weer luidruchtig haar verdriet zonder tranen. Wil er nou niemand naar haar luisteren?
Tierend gilt ze haar piepende adem de lucht in.
Luchtbellen naar oneindig.
Zuurstof happend.

Op de overloop zitten enkele goedgemutste moederkes te wachten op hun Godot. Ze proberen mijn moeder te plezieren met hun eigen beperkte vermogens. Dementie heeft hier zijn vaste stek gevonden. Gespaard blijven van alle leed is hier een utopie.
Een bewoonster prevelt een gebedje tot een heilige maagd. Haar paternoster draait de cirkels die hij gewend is. Aflaten kun je hier verdienen prevelt ze met strenge blik. Ik geloof … haar.
Heiligheid is hier nog puur en echt.
Schijnheiligheid is hier niet aan de orde.

In haar slobbertruitje met grote bruine vlek verwelkomt ze me hartelijk met een flauwe glimlach. Ze staat zwijmelend recht en kijkt verbaasd op dat haar benen haar bijna niet meer kunnen dragen. Amper veertig kilootjes weegt ze nog.
Haar gerimpelde hals vertoont littekens van operaties die haar aders moesten vrijmaken.
Mooi is ze voor mij maar zo breekbaar.

Ze is blij dat ze me ziet, want de trein staat op haar te wachten in de gang zegt ze. Ik moet haar naar het station brengen. Ik beloof maar snel dat ik de taxi wel zal nemen. Daar kan ze vrede mee nemen.
Het scenario van dit spel moet ik alras weer aanpassen als haar gedachten een sprong van twintig jaar terug maken. Onze vader zit liever in de bus zegt ze.
Och arme die man hij moet zich wentelen in zijn urnevaas.

Tegenwoordig is mijn toekomst gelijk aan een verleden zonder limiet.
Ik moet zowaar lijken begraven die al vijf jaar in vrede aan het rusten zijn.
Het spel der verdrukten.
Het spel der gekken.
Flexibel zijn is een levenskunst en die eigenschap komt me verdikke goed uit.

Vandaag heb ik mijn nieuwe rugzak met professioneel fotomateriaal meegenomen om wat foto’s van moeder te nemen en naar mijn tante in Taiwan te sturen. Bijna dagelijks heb ik contact met elkaar. Zij wil op de hoogte blijven van haar zusters gezondheidstoestand.
Als ik mijn fototoestel op tijd en diafragma zet worden de oudjes ineens erg nieuwsgierig en vragen mij of ik voor de gazet werk. De zin om ja te knikken is er, maar beken dat het alleen maar een hobby is. Velen komen op het rumoer af en poseren gewillig mee om met hun zondaagse plunje een mooie portfolio bij elkaar te showen.
Mijn capaciteiten worden hier zeker niet in twijfel getrokken en de sfeer is er één zoals in een professionele studio. Wanneer ik eens flits is er algehele hilariteit onder de modellen. Uitbundig lachen is iets wat hier eerder schaars is. Het statuut van clown ligt zo goed als binnen handbereik voor mij.

De tristesse in moeders ogen raken mij. Haar blik is dof en dwaalt af.
Ze lacht niet; ze grimast eerder.
Het rechtop zitten wordt zwaar voor haar.
We slenteren met muizenpasjes terug naar kamer 13. Haar handen voelen koud aan.
Een dun, spierloos armpje voel ik aanklampen.
Een verpleegster komt haar halen om naar de refter te gaan.
Ik blijf achter in mijn studio tussen lenzen en flitsers.
Intens verdriet en onmacht wurgt mij. Ik snak naar adem, maar de lucht is in ontbinding.
Tranen zijn opgeweend. Denken heeft weinig zin. Ik denk ‘leven’ en er is ‘dood’.

De trein die moeder besteld heeft staat nog te wachten naast het perron.
Vader zit al heel lang in zijn compartiment.
Als ik nu eens de taxi nam die ik besteld had?

5 opmerkingen:

Anoniem zei

Je hebt graag reacties zei je, maar ik weet niet wat te zeggen. Het enige dat er bij me opkomt is dat ik bij deze fragmentarische manier van schrijven kennelijk moeite heb de aandacht vast te houden. Dat ik, ondanks de dramatiek, er weinig bij voel omdat het jou weinig lijkt te doen.

Ik was graag laaiend enthousiast geweest maar de eerlijkheid gebied me te zeggen dat dat niet zo is. Het zal aan mij liggen.

Liefs Dhyan

P.s. ik vind de foto (van de vrouw die wegkijkt) wel héél erg mooi.

Aquarel zei

Mijn cursiefjes, al zijn ze voor jou fragmentarisch, zijn voor mij mijn enige hou-vast om de dementie van mijn moeder een plaats te kunnen geven in mijn leven. Haar aftakelingsproces moeten aanzien en meemaken is mijn individuele pijn; die kan jij niet voelen.

Anoniem zei

Oké, het spijt me. Ik ken dementie ook niet, het 'lijkt' me alleen maar erg voor jou als kind omdat je moeder een belangrijke plaats inneemt in je leven, en verder heb ik geen idee wat het voor de patient zelf betekend.
En je cursiefjes zijn voor mij niet fragmentarisch maar de schrijftrant en dat vindt vast zijn oorsprong in hoe je er mee omgaat of hoe het ziektebeeld is.
En pijn kan wel meegevoeld worden hoor bij sterke betrokkenheid.

Dhyan

Anoniem zei

Breekbaar... Ik val steeds weer terug op dit stukje waar zelfs de geladen stilte kwetsbaarheid uitstraalt. Het voelt alsof hier niets anders kan worden ervaren dan pijn. Ik weet niet wat me bezielde er zo op te reageren, maar ook dat griefd. Het lijkt alsof hier niks goeds uit voortkomt hetgeen ik weiger te geloven.

Dhyan

Aquarel zei

Ik was er even een weekje tussenuit Dhyan. Soms moet je even alles loslaten om zelf niet tenonder te gaan.
Bedankt voor je reatie.