vrijdag 15 augustus 2008

Moederdag




Ruim vier jaar geleden hebben mijn zus en ik besloten om onze moeder in het rusthuis te laten opnemen. Zij was toen achter in de zeventig. Vader was het jaar voordien overleden door Parkinson. Hij had een lijdensweg achter de rug maar droeg zijn leed met veel moed en zonder klagen. Gelijktijdig was moeder op de sukkel geraakt en dat was een erg moeilijke tijd voor ieder van ons. Ziekenhuizen en dokters werden druk bezocht en betaald. Nergens was er een sprankel hoop op beterschap. Oud worden en sterven is ook leven.
Heupbreuken en hersenbloedingen bij moeder waren van die aard dat de afhankelijkheid van derden onontkoombaar was.

Tot op vandaag laat moeder blijken dat ze naar huis wil. Haar vasculaire dementie heeft tot nu toe een heel eigenaardig verloop gekend.
Bepaalde dingen weet ze nog erg goed, maar haar geheugen laat haar onvoorspelbaar in de steek. Het korte termijn geheugen functioneert helemaal niet meer en herinneringen van vroeger zijn volledig verstoord.
Eigenlijk is zij een kind geworden dat voortdurend begint te wenen als zij haar zin niet krijgt. Ze wordt driftig als haar dingen geweigerd worden.
Door haar luid roepen en wenen stoort zij de medebewoners de ganse dag en een groot deel van de nacht. De tolerantie jegens haar is begrijpelijk verminderd.
Van die vier jaren in het home is zij geen dag nog gelukkig geweest.

Elke dag als ik binnen kom zijn haar eerste woorden: ‘Doe mij naar huis of ik verdoe mezelf’.
Dat dreigement nemen wij niet ernstig maar het moeten aanhoren maakt ons verdrietig.
Soms zou ik de klok willen terugdraaien en over een tijdmachine willen beschikken
Maar … mijn verstand zegt dat ik moet ophouden met piekeren.

Toch kan ik mijn denken niet tot bedaren brengen als ik veronderstellingen ga maken.
Stel dat ik op een dag wakker word en dat ik mij niet meer in mijn vertrouwde omgeving bevind?
Stel dat mijn persoonlijke computer te koop wordt aangeboden ?
Stel dat mijn fototoestel een nieuwe eigenaar zou krijgen ?
Stel dat in mijn huis iemand zou wonen die ik niet ken ?
Stel dat ik op enkele vierkante meter zou moeten functioneren ?
Stel dat mijn toilet zo maar open kan gedaan worden zonder enige vorm van privacy?
Stel dat ik ’s morgens niet meer zelf kan bepalen welke kleding ik ga aandoen ?

Dan word ik stil. Dan breekt er iets.
Ik weet dat er zoiets bestaat als loslaten.
Maar los ‘moeten’ laten is een wrede gewaarwording.
Een ziekte kondigt zich meestal niet aan … het overkomt je zo ineens.

Zonnige gedachten heb ik vandaag niet.
Soms wil ik zo graag dat … en dan verwens ik mezelf …
Moet ik die gedachten ook niet loslaten?
Moeder heeft een palliatief dossier.
Daarover beslisten mijn zus en ik.
Voor haar een deadline … voor ons een doemscenario.
Laat me los zeg ik je .

4 opmerkingen:

ikke zei

Stel dat..
Stel dat...

Stel dat je nooit geboren was.

Aquarel zei

Je hebt gelijk.
En dan kan ik weer verder.
Bedankt.

Anoniem zei

Je overziet met jouw bewustzijn nagenoeg al wat je moeder ontgaat. Haar wereld is klein en zij worstelt met het beperkte dat er daadwerkelijk op haar pad komt terwijl jij worstelt met een compleet draaiboek van al het mogelijke dat je kan overkomen.

Dhy

Aquarel zei

Dat heb je erg mooi verwoord Dhy.