zaterdag 1 maart 2008

Moeder 10

15 september 2007

Als ik vandaag aankom zit moeder rustig in haar ‘tafel-stoel’ te genieten, half wakend half slapend. Ze begint meteen onverstaanbare woorden te prevelen en ik begroet haar ook.
Ze heeft de Flair voor haar liggen en bladert de reportages van achter naar voor door … zij het dus wel ondersteboven. De wereld op zijn kop is nog zo gek niet blijkbaar. Elke keer steekt ze haar vinger in de mond en maakt de bladzijde daarmee vochtig. Dat hoort zo. Het bladeren wordt dan net iets gemakkelijker.
We zitten in het kleine salonnetje bij elkaar en al gauw komen er nog dametjes ons vervoegen.
Wat opvalt is dat er hier maar twee heren zijn voor achtentwintig dames.
Het sterke geslacht wordt enkele jaren ouder naar het schijnt en dat lijkt dus te kloppen.

Hoe het er in de echte wereld aan toe gaat weet ik perfect, maar hier ervaar ik ook een mini maatschappij. Elkeen speelt hier zijn rol. Waarschijnlijk zijn deze mensjes niet zo heel veel verschillend van hoe ze vroeger omgingen met anderen.

Een bazig vrouwtje, in mijn ogen de roddeltante van dienst, start haar betoog over iedereen die de hall passeert. De ‘kloosterzuster’ met wandelstok krijgt al meteen een slecht rapport omdat zij steeds de baas mag zijn in de kapel. Dat wordt haar niet in dank afgenomen denk ik. God heeft zijn voorkeur zo blijkt hier en dat vindt men niet eerlijk. Het mens wil gewoon wat behulpzaam zijn en doet de dingen waar zij goed in was.
De nette grijze dame, die net de lift neemt, wordt bestempeld als ‘dikke nek’ omdat ze ons vergeet te groeten. Misschien was ze vandaag even verstrooid ? Dat wordt weer maar eens genadeloos bestraft.

Wat mij nog het meest opvalt tijdens mijn bezoeken is dat er ook systematisch gepest wordt.
Een pestactieplan zou hier meer dan welkom zijn. Maar hoe leg je dat uit aan oude mensen?
Een stijlvolle Nederlandse dame wordt gemeden omdat ze door haar Hollandse tongval net even anders is dan de doorsnee bewoner. Ze is getrouwd geweest met een Belgische mijningenieur en zodoende in België verzeild geraakt. Nu zit ze hier alleen, want haar kinderen komen haar zelden of nooit bezoeken. Of toch maar even voor ze gaan winkelen.
Haar blik is koel en kil , maar wat gaat er in haar hoofd om ?
Als zij vraagt om de muziek wat stiller te zetten lacht men haar uit. Geluid irriteert haar erg zo hoorde ik van de vrijwilliger. Ze zit vaak stil en alleen deftig en stijlvol te wezen ver weg van de pesters.

De hiërarchie wordt hier vanzelfsprekend nauwlettend in het oog gehouden. Wie mag de vogeltjes voeren ? Wie duwt de rolstoel ? Aan welke tafel mag je plaats nemen en waar ga je best niet zitten. En zo kan je nog vele dingen opnoemen.

De roddeltante schijnt vandaag toch niet zo gelukkig te zijn. Ze zet een eerder verveeld gezicht op. Manipuleren lukt niet elke dag zoals ze het zou willen.
Of wil ze meer bevestiging van mij horen?

Als het tijd is om naar huis te gaan condoleer ik een familielid met de dood van Mia.
Zij was een lieve vrouw die zij aan zij samen met mijn moeder haar laatste dagen sleet in de hall. Op haar afscheidsprentje lees ik een heel mooie tekst.

Gezegend zijn zij die verstaan dat mijn handen beven en ik moeilijk kan gaan.
Gezegend zijn zij die harder spreken om mij te helpen beter te horen.
Gezegend zijn zij die doen alsof ze niet zien hoe moeilijk ik het heb om te eten.
Gezegend zijn zij die geduldig belang stellen in mijn jeugdherinneringen.
Gezegend zijn zij die luisteren als ik hun voor de derde maal hetzelfde nieuws vertel.
Gezegend zijn zij die mij hun glimlach schenken en inschikkelijk zijn.
Gezegend zijn zij die doornen wegnemen op mijn laatste weg naar het Vaderhuis.
Wanneer ik de drempel zal overschreden hebben van de eeuwigheid zal ik aan allen terugdenken bij God.

Geen opmerkingen: